voegen en opnieuw indeelen van gronden. Het geval kan zich
voordoen dat toepassing der wet wordt ingeroepen voor een
terrein waarin, naast het al of niet aanleggen van wegen en
waterloopen, beoogd wordt, het afronden van perceelen, zonder
dat daarbij van samenvoeging en opnieuw indeelen sprake is.
Zullen Gedeputeerde Staten, die blijkens den gedachtengang
van het wets-ontwerp geroepen zijn de aanvraag aan 't genoemde
artikel te toetsen, dan het verzoek van de hand moeten wijzen?
Het voorschrift van art. 7. ie lid komt ons te pertinent voor.
Hoewel het natuurlijk altijd mogelijk is, het land- en waterwegen
stelsel zoo te ontwerpen, dat elke kavel daaraan belendt, zal dit
punt practisch meer worden beheerscht door de vraag, of de
kosten van een aan te leggen weg steeds gerechtvaardigd zullen
zijn. Het kan toch voorkomen, dat erfdienstbaarheid van weg
eenvoudiger en goedkooper tot het beoogde doel zoude leiden.
Door invoeging van «zooveel doenlijk» achter «kavel» in be
wust artikel zou de zaak gerust aan de prudentie van Commissie
en Landmeter kunnen worden overgelaten. Noch in art. 9 noch
in art. 37 en 38, alle regelende het beheer en onderhoud van
wegen en waterleidingen, is voorgeschreven hoedanig dit onderhoud
zal moeten zijn. Eene bijgevoegde beschrijving behelzende de
breedte der wegen, alsmede de breedte en diepte der waterloopen
zou allicht vele geschillen in de toekomst kunnen voorkomen.
(Zie art. 19 der Marken wet). Nog wordt gesproken over het be
heer en onderhoud van wegen en waterloopen, en art. 37 ie lid
gewaagt van tot gemeenschappelijk gebruik of ten algemeene
nutte bestemde gronden; de eigendomstoestand dier zaken wordt
evenwel niet geregeld. Evenmin worden voorschriften gegeven
omtrent de latere kadastrale boeking dezer zaken.
Van veel gewicht schijnt ons art. 10 van het wets-ontwerp;
dit toch regelt den toekomstigen eigendomstoestand en de erf
dienstbaarheden en bevat in het 3e lid de gewichtige bepaling,
dat de aan iemand toegedeelde gronden rechtens treden in de
plaats van zijn vroeger eigendom.
Al dadelijk doet zich dan de vraag voor, hoe het gaan zal met
het zakelijk recht: hypotheek. In de Toelichting op art. 10 (blz.
38) staat: «ten aanzien van zakelijke rechten geldt hetzelfde
voor zoover dit mogelijk is. (Vruchtgebruik, hypotheek)». Dit
«hetzelfde» schijnt dan te doelen op de toelichting gegeven
170