187
Nu de vergelijkingen (3 respectievelijk vermenigvuldigd met
j3i, (3t(3„ en opgeteld:
mi 212 4" L^/3] ?22 -j- [^/3] q?,2
oio
Om C' op te lossen gaan wij op dezelfde wijze te werk als
met A' en B'waartoe wij nu de ie normaalvergelijking met
qx3, de 2e met q23 en de 3e met q33 vermenigvuldigen en optellen,
waarna men zal vinden:
C' [ap] q13 -|- [bf] q-23 -j- [cp] q33, wanneer wij den coëfficiënt
van C' 1 en dien van Aen B' beide o hebben gesteld, of
[ab] q13 -j- [b2] q23 \J>c] q33 o,
[ac] qi3 -f- [pc] q23 -j- [c2] q33 1.
Dit is het 3e stel gewichtsvergelijkingen.
Geheel overeenkomstig het voorgaande zal men vinden:
Mc m \j'2\ waarin
[?'2] 233, dus:
Mc wi
Wij kunnen nu voor de middelbare fouten in A'B' en C'
schrijven:
Ma- wi qxx, Mb- m q2-2 en Mc m q33.
Ook vonden we reeds:
M= zoodat na gelijkstelling:
Vin y~Q, waaruit qn of:
G
in
zoo ookG
en: G
Dit wil zeggen dat de gewichtsgetallen de reciproque waarden
zijn van de gewichten. Om den naam van getallen te behouden,
worden de onbepaalde coëfficiënten q, gewichtsgetallen genoemd.
Nog eene opmerking omtrent de vergelijkingen:
\_ai] <?13 "I- ab^23 -j- [aC] 233 o,
7ft
V Cr
VI
1
222
233