EXAMEN VOOR ADSPIRANT-LANDMETER VAN HET KADASTER, gehouden te 's-Gravenhage op i Augustus 1910 en volgende dagen. Woensdag 3 Augustusvan 910.30 uur. Rekenen. 1. Twee kapitalen zijn samen groot 51 150 gld. Zij verhouden zich als de tijden, gedurende welke, en ook als de percenten, tegen welke zij uitstaan. Als zij 'sjaars respectievelijk 937,5 gld. en 1620 gld. rente geven, welke zijn dan die kapitalen? 2. Men vermindert den noemer eener breuk met den teller, waardoor men eene breuk verkrijgt, die 37/i2 maal zoo groot is als de oorspronkelijke. Als de som van teller en noemer der oorspronkelijke breuk 518 is, welke is dan die breuk? 3. Als a onderling ondeelbaar is met 6, dan is a3a deelbaar door 24. 4. Men verkoopt van een stuk linnen V4 gedeelte tegen 52 cent, V5 gedeelte tegen 50,5 cent en de rest met 3 cent winst per M. Als de geheele winst 9Vil pet. van den verkoop bedraagt, hoe duur is dan dit linnen gekocht? 5. B ligt 180 K.M. van D verwijderd. Des Maandagsmorgens om 8 uur vertrekken uit B een stoomboot en een zeilschip. De boot legt per uur af 12 K.M. en keert na 6 uur in D getoefd te hebben, naar B terug. Het zeilschip vordert 4 K.M. per uur. Wanneer zal het zeilschip 5 maal zoover van B als de stoomboot van D verwijderd zijn? Woensdag 3 Augustus, van 1.303 uur. Stelkunde. x. Als in de vierkantsvergelijking x2 -f- px -f- 7 0, tusschen de coëfficiënten en q de betrekking q2 -)- q 3 pqp3 bestaat, is een der wortels dier vergelijking het vierkant van de tweede. Bewijs dit. 2. Van een rekenkundige en een meetkundige reeks, ieder van 9 termen, zijn de laatste termen even groot. De eerste term der rekenkundige reeks is achtmaal grooter dan de eerste term igi

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 197