s~L Vd**+<'y*=f 0' OVER DE BEPALING VAN DEN AFSTAND VAN TWEE PUNTEN MET EEN VRIJ HANGENDE MEETVEER. i. Afleiding van de vergelijking der kettinglijn. Zij A0 A een stuk van den ketting. De op dit stuk werkende krachten maken evenwicht. Deze krachten zijn: i°. de zwaartekracht, 20. de spanning A„ in het uiteinde A0, 30. de spanning A in het uiteinde A. De horizontale en de verticale compo nenten dezer krachten moeten elkaar opheffen, zoodat .S'0 en S horizontale componenten hebben, die gelijk zijn, M.a. w. de horizontale spanning in den ketting is overal dezelfde; deze noemen we H. De verticale componenten V0 en V der spanningen leveren een resultante V— V0, die het gewicht van het stuk A0 A van den ketting opheft. Onderstellen we den ketting homogeen, d.w.z. dat het gewicht evenredig is aan de booglengte, dan is het gewicht van A0 A gelijk aan j G, waarin j boog A0 A en G een constante (gewicht per lengteeenheid) is. Men heeft dus: V— V0=s G. We nemen een rechthoekig assenstelsel aan, waarvan de U-as verticaal naar boven gericht is; zijn x0, y0 de coördinaten van A0 en x, y die van A; verder cp0 en cp de hoeken, die de raaklijnen in Ao en A met de A-as maken. Men heeft dan: V Htg cp V0 I/tg <po, dus: H (tg cp tg (p0) =s G. Nu is 0 maar tegengesteld gericht. xo J xo X0 x Fig. 1.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 213