^fi'-(f)iü+i©!+i0s+-r k Y 4 e Hierdoor gaat de uitdrukking voor 2 l over in: of 2l=!sU -H1)*-- 0' (-)' - (-)8(3) 1 1.3^ - 3-5 Vj/ 5-7 7-9 Dit is de gezochte reeksontwikkeling voor den afstand A B. Naar behooren levert deze 2 l— z s voor q o en 2I—o voor q s. Is klein, b.v. dan zal men met de eerste twee termen der j 20 reeksontwikkeling kunnen volstaan; de daardoor gemaakte fout bedraagt nog niet één millioenste. 3. Afstandsbepaling van twee punten, die niet in Onderstellen we vervolgens, dat de verbindingslijn der punten A en B een door meting bekenden hoek x met het horizontale vlak maakt. We onderstellen verder weer, dat de lengte 2 s van de meetveer tusschen A en B en de doorzakking q bekend is; onder de doorzakking verstaan we nu den grootsten afstand van een punt van de meetveer tot het verticaal daar boven gelegen punt van A B. Uit deze gegevens is dan de.afstand van A en B te berekenen. a X We nemen het assenstelsel weer zoo, dat de vergelijking van de kettinglijn de gedaante aanneemt. De coördinaten van A noe men we l\ en hy, die van Bl2 en /z2, zoodat hy k ch is. Uit de gegeven helling volgt on middellijk hi hi (4 4) tg x, (ch - ch - (4 - h) tg (4) 2 I 2 HETZELFDE HORIZONTALE VLAK GELEGEN ZIJN. Fig- 3- 'B i /1 E hi k ch 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 218