+£G)*+- (,+'V4j--(7+ï)fe+ï£),+ï(J),+--l lï+jO'+iG £?-4!- 7(t)' t(t)4 £)%+èCs)'+:,e'+-- H!+iC-)'+7(7),+"-l 7=5 -ift- - if lo& JATq) ^i_2logi+i f-)2) fi n3 -'tl-+T(7), T(7)4 T(T), ""l Daar P= loer- is, vinden we dus: s q Zijn de punten A en B door een meetveer van de lengte 2 s verbonden, die een doorzakking q vertoont, dan is de afstand A B, als A B een kleinen hoek oc met het horizontale vlak maakt, bij benaderi?ig gelijk aan: j2_ö2, s j-q s2 q2 s2 q2s -f q\ log i±l - 1) i - log cc2 2 sq s q V 2 sq s q> Daar q C D <bg C A en q bg C B is, heeft men 2 q <fbg C A bg C B 2 s, 2-C. Hieruit blijkt, dat men zoowel log 1 a^s 1 naar opklimmende machten van kan ontwikkelen. Nu heeft men 2 sq s q \q slKs 3 5 9 t 22 O S —1— Q 2 0 S Q Q \S f \S 3 \S S

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 226