ds'+§èds' meetveer heeft de gedaante van een rechte lijn. De doorzakking is nu onbepaald, daar er oneindig veel punten der rechte lijn A B verticaal boven een willekeurig punt der meetveer gelegen zijn. Reeds is opgemerkt, dat men de termen met (y) kan ver- waarloozen als de doorzakking gering is, zooals in de practijk het geval zijn zal. In dat geval blijft de formule voor den af stand A B zeer eenvoudig ook al brengt men den hellingshoek van A B in rekening zonder dien hoek klein te onderstellen. We kunnen dus zeggen: In de practijk zal men met in alle opzichten voldoende nauw keurigheid kunnen volstaan met de formule: AB—2s\\ g (j) cos2 Ét j. (35) 6. Invloed der uitrekking van de meetveer. We willen nu nog nagaan welken invloed de uitrekking van de meetveer ten gevolge van haar spanning op het resultaat der meting heeft. Daarbij zullen we de punten A en B, wier afstand bepaald moet worden, in hetzelfde horizontale vlak onderstellen. We nemen aan, dat de uitrekking evenredig is aan de span ning. Is in een lengte-element, dat zonder gespannen te zijn een lengte ds hebben zou, een spanning S aanwezig, dus een spanning per c.M2. van de oorspronkelijke doorsnede als a het oppervlak a dier doorsnede voorstelt, dan wordt de lengte daarvan gelijk aan waarin E den elasticiteitsmodulus voorstelt. Is in den onge spannen toestand G het gewicht per c.M., dan wordt dit tengevolge der spanning ds ds' S 1 aE Is y het soortelijk gewicht van de meetveer in den ongespannen toestand, dan is G a v. De formule voor G' kan dus ook aldus geschreven worden: G' G (36) 1 +~GËS 22Ó C

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 232