Evenals in i noemen we H de constante horizontale ont- bondene der spanning en cp den hoek, dien de raaklijn in een punt der kromme met het horizontale vlak maakt. De spanning S is dan: H zoodat verg. (30) overgaat in G G' 1 v H G E cos cp G VH GE G H waarin k gesteld is (evenals in 1en de grootheid G E hangt uitsluitend van het materiaal af, waaruit de meetveer be staat en kan dus als bekend beschouwd worden. Nemen we de Y-as door het laagste punt C der kromme. Daar de spanning in het punt C geen verticale ont- bondene heeft, is de verticale component V der spanning in een willekeurig punt P der meetveer gelijk aan het gewicht van het stuk der meetveer tusschen C en P. ■X Dit gewicht bedraagt G' ds' G' dx G dx COS Cp -f- kf Nu is: V~- Hp, zoodat men vindt Hp= G dx o cos Cp kf Door beide leden naar x te differentiëeren vindt men: dpG cos cp -j- k dpG 1 fc~H~k' Hdx (cos Cp f kf)' 227 COS ct>' COS Cp COS Cp COS Cp COS Cp kf i'ig- 5- COS Cp

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 233