{yrw+k/p)di""~k' i k JVi+p* Daar cos 0 is, kan men voor de Vi t g2<p 1/1 +/2 laatste vergelijking schrijven: Geïntegreerd geeft dit: x f dp k V/ lQg +/2) kfp C. I -)- P2 Daar de D-as door het laagste punt C gaat, is in dat punt x o en p o, waaruit blijkt, dat de integratieconstante C gelijk aan o is. We vinden dus x k log {p 1/1 p2) -f k*fp. (38) dy dy Daar dx -r is, volgt uit (37): dy p dx y f p dp pdp=V I +p1+l-kfp*+C. De integratieconstante kan men door evenwijdige verschuiving der W-as tot o herleiden. Men vindt dan: y k 1 -f /2 jk2fp*. (39) In het laagste punt C is p o dus volgens bovenstaande ver gelijking y k, zoodat k evenals in 1 het van de D-as afge sneden stuk is. De vergelijkingen (38) en (39) stellen te zamen de door de meetveer aangenomen kromme lijn voor; in die vergelijkingen is de grootheid p als een parameter op te vatten. De betrekking tusschen x en y kan men vinden door p uit (38) en (39) te eli- mineeren; verg. (39) kan herleid worden tot een vierkantsverge lijking in /2, zoodat we p uit (39) kunnen oplossen en in (38) substitueeren. De vergelijking, die zoo ontstaat, is echter tamelijk gecompliceerd. Veel eenvoudiger dan deze vergelijking op te stellen is het met de twee vergelijkingen (38) en (39), de zoo genaamde parametervoorstelling der kromme, verder te werken. De abscis van B noemen we l\ de gevraagde afstand A B is dan 2 l. Is q de doorzakking, dan is de ordinaat van B gelijk 228

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 234