fci 2 If1 F{x'Cl' °2Gn) ~/{x)dx rb te behandelen is), de uitdrukking moeten vermenigvuldigen met het constante bedrag x, zoodat 2>'| F(xt, Cu C2,C„) f(x,) j2 A X minimum zijn moet. Door nu tot de limiet over te gaan vindt men f j F(x, Ci, C2C„) f(x) \2dx min. (6) J a In deze integraal is alles bekend behalve de constanten C\,Cn. De waarde van de integraal zal dus van de waarden dier constanten afhangen, m.a.w. zij is een functie van die constanten, zoodat we kunnen stellen: f F(x, Cu C2,Cn) —f(x) \2dx cp (Clt C2,C„) min. (7) J a Aan de in de laatste vergelijking gestelde voorwaarde kan slechts worden voldaan, indien afzonderlijk S (p <5 Cp S (p sa sC20Yc„~°' Immers, hebben Cu Cfe.C„ zoodanige waarden (die we Cu C'C'n noemen), dat (p minimum is, en laat men nu één dier constanten bijv. C\ varieeren, terwijl men de overige hun waarden C'2C'„ laat behouden, dan zal cp voor Ci C\ een minimum moeten vertoonen, m. a. w. het differentiaalquotient naar Ci (dat is dus een partieel differentiaalquotient) moet nul zijn voor Ci C'u We hebben hier even ter verduidelijking onderscheid gemaakt tusschen de onbepaald gelaten waarden Ci, C2,Cdei- constanten en de waarden C\, C2,C'„, die we er ten slotte voor aannemen. Daar we in het vervolg alleen met de laatste te maken zullen hebben, laten we de accenten weer achterwege. De eerste der voorwaarden (8) wordt: J a De hier uitgevoerde bewerking heet «differentieeren onder het integraal teek en.» We hebben nl. de uitdrukking onder het ^teeken naar C\ gedifferentieerd. Het geoorloofde hiervan ziet men on- middelijk door terug te keeren tot de som, waaruit de integraal (6) is ontstaan. Deze som wordt, zooals bekend is, gedifferentieerd door term voor term te differentieeren, dus door de uitdrukking 5i m O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 53