53 kwadraten der afwijkingen, dus de integraal (6) minimum is. Men komt dan ook in dit geval tot de boven uiteengezette methoden en kan ook hier de methode der kleinste kwadraten toepassen. Resumeerend vinden we: Heeft men eene empirische kromme gevonden als graphische voorstelling eener serie waarnemingen omtrent het verband ttisschen twee grootheden x en y, dan kan men deze empirische kromme vervangen door eene theoretische, waarvan de vergelijking> op n daarin voorkomende consta7iten na bekend is, hetzij uitsluitend uit theoretische overwegingen, hetzij geheel of gedeeltelijk afgeleid uit het verloop der graphische voorstelling. Is (i) de vergelijking der empirische kromme (2) die der theoretische, dan worden volgens de methode der kleinste kwadraten de 71 constanten ge- vo7ide7i uit de n vergelijki7igen (9). 2. Geval dat de coiistajiten lineair i7i de theoretische formule voorkomen. Een veel voorkomend geval is dat, waarbij de constanten lineair in de vergelijking (2) voorkomen, en deze dus is van den vorm: y F (pc, Cu ClC„) C\ (x) -f- C2 \p2 ix) -f-4" \pn X waarin \pi {x), \p2 (x),(x) bekende functies zijn. Dan is: (x)> v r ^2 (x) zoodat de vergelijkingen (g) overgaan in: f xf>i (x) j C\ tpi (x) -f- C2 \p2 (x) -)-.•••+ C„\p„(x) f(x) j dx o, J a f 4*1 (X) I ^"1 iX) ~f" F2 4*2 (x) c„ 4Jn {x) f{x) 1 dx O, 4>n (x) j C\ 4>i (x) -f- C2 4*2 (x) -f- -j- Cn 4>„ (x) f(x) j dx o. iF 1 SF *F j Cx - vi jc2-^ s c "b Hierin moet men zooals reeds op bladz. 48 is opgemerkt, bij f (x) niet denken aan een uitdrukking, maar aan het resultaat eener uitpassing.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 55