f 56 Maakt men gebruik van den regel van Simpson, dan is het vervaardigen van een nieuw diagram overbodig. We vinden dus: Komen de n constanten lineair in de vergelijking der theoreti sche kromme voor, dan kunneti zij uit de n lineaire vergelijkingen (10) worden opgelost. De coëfficiënten der constanten in die vergelijkingen vindt men door berekeningde tweede leden door oppervlaktebepaling met den planimeter of door toepassing van den regel van Simpson. Een veel voorkomend speciaal geval is dat de functies f de opvolgende machten van x zijn, dus \px (pc) i, (x) x i//3 (x) x2, enz. De theoretische formule is dan y Ci j- C2 x C3 x2 -j--j- Cu x" 1, (11) Na eenige herleiding vindt men hiervoor 7s h a P a Y a2\ +4) Z5 (a M Y (a ti)2 j j a (5 (a 2h)+ y a 2ti)2\f) Substitueert men hierin voor de tusschen j J geplaatste uitdrukkingen de waarden, waaraan zij volgens de vergelijkingen (2) gelijk zijn, dan gaat de vergelijking (3) over in: ra 2/1 f(x) dx 7a j f(d) 4 f(a h) f (a 2A)j. a Evenzoo vindt men ra 4 h ra -t 4" f{x) dx ll3h\ f{a 2^) 4 $h) f(a 4 h) j, J a 2J1 ra 4~ 6^: f(x) dx Vs h j f(a 4A) 4 f(a 5k) f(a bh) J, J a 4~ \h a r a -f- 2mn f xdx 7, h j a (2m2) h] 4 f[a (2m1) h] f(a 2mti) j. J a 4" 2 (m1 )h Daar a 4- 2mh b, vindt men door deze vergelijkingen samen te tellen: b f (x) dx 78 h j f(a) nf(a ti) 2f(a 2k) nf(a 3k)+ 4 f{b—h) +f(b)\, of daar f(a)—y0,f(a /i)=-yv enz., .6 f (x) dx 7, h (jy0 -f 4^ -f- 2 *i a De hier afgeleide regel van Simpson wordt dikwijls gebruikt voor de bepaling van oppervlakken of de berekening van bepaalde integralen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 58