Ci 7- bi Q =J dx' (i3) y j f Z(x)d x- 57 en de vergelijkingen (10) gaan over in: -è rb rb Ci dx-\-C2\ x d x-\-C„ x"~1dx= f{x)dx, C, xdx-\- C2 x2dx-\--f- C» x" dx x/(x)dx, Ci x" 1 dx-\- Ci I xn dx-\-....v\- C„\ x2["-^dx= I x" If(x)dx. Men kan nu zonder beperking a o onderstellen, daar men x a als nieuwe onafhankelijk veranderlijke kan invoeren, m. a. w. daar men kan rekenen vanaf de kleinste x, waarvoor een waarneming gedaan is. De vergelijkingen (12) gaan dan over in b2 bn I C\ b Cl 631-Cn I f(%) d x n b2 b3 b4 bn 1 f bn bn 1 bn 2 b2n Cl Cl 7\~c3—jhCn x"-2f(x) dx. n n-)-1 n-\-2 2 n J Voor n= 1 gaan deze vergelijkingen over in: Ci b— f(x) d x, dus Ci =jf f(x)dx. (i4) De vergelijking der theoretische kromme is dan Dit wil zeggen dat de empirische kromme vervangen wordt door een lijn evenwijdig aan de X-as zoodanig, dat de alge braïsche som der oppervlakken, begrepen tusschen de rechte lijn en de empirische kromme, gelijk nul is. We dienen daarbij de oppervlakken aan verschillende zijde der rechte lijn een ver schillend teeken toe te kennen. rb rb rb rb Ja Ja Ja Ja rb rb rb rb F Ja Ja Ja Ja )(l rb rb rb rb 1 Ja Ja Ja Ja rb J o rb J O J o

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 59