8o
van het gekapte dichte jonge hout doet den ketting bochten en op elke
gemeten eenheid een aanzienlijk verschil ontstaan.
De meetlijnen bij de afbakening van het terrein der Cie des Mines d'Or
gingen, zeiden wij, over heuvelruggen.
De hellingen werden opgenomen met behulp van het patentniveau, een
primitieven hellingmeter, waarmede tot op i graad nauwkeurig uit de
vrije hand kan afgelezen worden. Voeg daarbij de onmogelijkheid om
alle hellingswijzigingen op denzelfden rug op te nemen, zoodat er ver
scheidene doorgeslagen worden, dan kan men zich voorstellen welke groote
verschillen de berekening der horizontale projecties moest opleveren. Het
is dan onder deze omstandigheden niet gewnagd per ketting van 20 M.,
een gemiddeld verschil van minstens 25 cM., dus op elke 100 M. van
125 cM., op de lengtemeting aan te nemen.
Daarbij zijn twee mogelijkheden niet uitgesloten, nl. vertellen, waar
het tellen zoo goed als zonder controle gebeurde, en ten tweede een
oorspronkelijke fout in den ketting.
Het is een landmeter gebeurd, dat zijn ketting bij verificatie bleek
met verschil van 40 cM. uit Holland gezonden te zijn.
Laten wij echter deze „abnormale" omstandigheden buiten beschouwing.
De boven aangeduide fouten leveren in de plaatsing der paal dus al
vast een verschil op:
In Z.W. richting van
2200 29160
X 1.25 M. 391 M.
100 J
en in Z. O. richting van
27700
100
X 1.25 M. 346.25 M.
Aanzienlijke verschillen, voorwaar!
Doch er is meer.
De meting werd uitgevoerd met behulp van een zeer eenvoudig instrument,
een der statiefboussoles van de firma Kipp en Zonen te Delft. Een
instrument met zijdelings geplaatsen kijker, tot op halve graden verdeel
den cirkelrand en kogelscharnieren voor het waterpasstellen. Als wij voor
fouten van opstellen, richten en aflezen gemiddeld '/t graad aannemen,
dan is dit zeker eerder te laag dan te hoog. In de praktijk wordt aan
genomen dat deze fouten zich afwisselend positief en negatief voordoen,
waardoor zij elkaar opheffen. Dit moet echter minder juist geacht worden,
vooral door het feit dat de kijker steeds in denzelfden stand gebruikt
wordt, -ter vermijding van fouten, door mogelijke niet-evenwijdigheid van
vizier-lijn en lijn o"1800, een afwijking, die bij dat soort instrumenten
bijna regel is.