8i Er is met het miswijzend compas gemeten, dus zonder correctie van de declinatie. Deze fout is een zeer ernstige in haar gevolgen. Gegevens om de declinatie in 1894, in de Lawa, te berekenen, ont breken. Niet eens voor de stad Paramaribo bestaan dergelijke gegevens. Het Domeinbestuur kan behalve voor 1904, het jaar waarin, in opdracht van het Bestuur, de Kapitein der Infanterie L. E. Hinrichs op eenige punten der kolonie de declinatie van de magneetnaald bepaalde, voor geen enkel willekeurig gekozen jaar opgeven hoeveel de declinatie bedroeg. Het is dit zij in het voorbijgaan opgemerkt hoogst wensdielijk, dat er een aanvang gemaakt worde met het doen van waarnemingen betreffende de schommelingen van de magneetnaald in onze kolonie. Dit zou eenvoudig kunnen geschieden door één of twee maal per jaar met een nauwkeurig instrument te doen bepalen hoeveel de richting van het magnetisch noorden afwijkt van de warc-noordlijnen door kapitein Hinrichs bepaald en door middel van steenen palen vastgelegd te Nw. Nickerie, Maripaston, Paramaribo, Boschland, Albina. De waarnemingen van kapitein Hinrichs wezen voor Albina eene declinatie aan van 40. Veilig mag deze afwijking voor de Lawa aangenomen worden, waar de Lawa weinig Westelijker en belangrijk Zuidelijker ligt dan Albina. De seculaire schommelingen van de magneetnaald hier zijn niet bekend; een feit is het echter dat bij den Equator die schommelingen minder sterk zijn dan op hoogere of lagere breedten. Zonder eenige vrees de factoren te gunstig voor ons betoog te nemen, mogen wij daarom de jaarlijksche schommeling van de magneetnaald in een noordelijk land stellen voor de zelfde beweging in ons land. Daartoe kiezen wij Duitschland uit, omdat wij van dat land zeer nauw keurige gegevens bezitten. Volgens Dr. W. Jordan Handbuch der Vermessungskunde, 2e deel, bldz. 746) bedraagt in Duitschland de schommeling der magnetische miswijzing jaarlijks 4 a 5 minuten. Aannemende dat sinds 1894, ioen de heer Polak de uitmeting van het terrein der Compagnie des Mines d'Or uitvoerde en de nu tot punt van de kaart van Rosevelt verheven paal stelde, de miswijzing toenam het voor ons betoog ongunstigste geval dan kan, zonder overdrijving integendeel! de miswijzing in de Lawa in 1894 gesteld worden op 4°—10 X----5 =3° 15'. 2 Ten bewijze hoe weinig begrip autoriteiten bezitten van het belang dezer noord- lijnen, diene dat te Albina tusschen de twee palen een loods gebouwd werd, zoodat de lijn geblokkeerd is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 83