TARIEVEN VAN GERECHTSKOSTEN.
Tarief van justitiekósten en salarissen in Burgerlijke zaken.
Vastgesteld bij de Wetten van 28 Augustus en 29 December 1843.
Uittreksel.
Art. 61. Aan deskundigen wordt toegelegd een vacatiegeld,
geëvenredigd aan hunnen maatschappelijken stand, beroep en
het belang der verrigting, ter beoordeeling van den regter, welke
het onderzoek heeft bevolen, doch niet hooger dan f 2.00 voor
iedere vacatie van een uur, tot de aan hen opgedragen werk
zaamheden besteed.
Het gedeelte van een uur wordt voor een geheel berekend.
Art. 62. Voor de eedsaflegging, mitsgaders voor de over
brenging van het rapport van deskundigen ter griffie, wordt eene
vacatie geleden.
Art. 63. Indien deskundigen zich tot het verrigten hunner
werkzaamheden van hunne woonplaats moeten verwijderen, wordt
hun een gelijk vacatiegeld toegestaan, voor den tijd tot de heen-
en terugreize benoodigd.
Art. 64. Aan houders of bewaarders van stukken, die opge
roepen worden om stukken, onder hunne berusting of bewaring
zijnde, voor den regter over te brengen wordt voor iedere vacatie
toegelegd
2°. aan de notarissen ƒ4.00
30. aan de deurwaarders - 2.00
4°. aan andere ambtenaren - 4.00
Art. 66. Voor reiskosten en tijdverlies wordt goed gedaan:
Aan deskundigen en aan de houders der stukken, bedoeld bij
art. 64, het bedrag der door hen voor reiskosten gedane voor
schotten, naar billijkheid en ter beoordeeling van den regter.
De wijze van benoeming van deskundigen is geregeld bij
art. 222 e. v. van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering
waarvan art. 229 bepaalt:
Indien een benoemde deskundige de benoeming niet aanneemt,
9i
De onderstaande uittreksels gewerden ons door vriendelijke bemiddeling van
een onzer lezers, die meent dat plaatsing van deze wettelijke voorschriften velen van
nut kan zijn. Wij zijn dit met hem eens. Red.