den hypotheekbewaarder, dat de eigenaar der perceelen welke
reeds vóór 15 September 1909 op art. 4425 waren geboekt een
ander persoon is dan de kooper van 't perceel sectie B n°. 240.
Aan dezen laatste deelde de bewaarder mede, dat wegens het
bestaan eener lrypothecaire inschrijving op zijn perceel het door
hem gevraagde bewijs van onbezwaardheid niet kon worden af
gegeven. Door het gemis van dit bewijs leed gemelde kooper
geldelijke schade en hij wendt zich nu deswege tot den onder
zetter (zijn naamgenoot) en tot notaris X, die zich echter beroept
op het aan hem afgegeven leggerextract, hetgeen den eigenaar
van perceel B n°. 240 aanleiding geeft zich ook tot den hypotheek
bewaarder te wenden.
Gemotiveerd antwoord wordt verzocht op deze vragen:
1 Tot welke rechtsvorderingen (waartoe strekkende en tusschen
wie) geeft het gestelde geval aanleiding?
20. Heeft de hypothecaire inschrijving eenig rechtsgevolg ten
aanzien van het perceel sectie B n°. 240?
3°. Op welke wijze kan dat perceel van die inschrijving worden
ontlast en wie moet de daarop vallende kosten dragen?
ERRATA RANGLIJST 1910.
In de ranglijst, pags 4 a 8 van dezen Jaargang, zijn de rang
nummers 40, 50, 60, 70, 80, 90. 100 en 110, alle één regel en de
rangnummers 120, 130, 140, 150, 160, 170 en 180, alle twee regels
te hoog geplaatst. Het geheele aantal landmeters is dus 186 en
niet 188, zooals de lijst zoude doen gelooven.
Onder de Teekenaars bij het Domeinbestuur werd ten onrechte
vermeld: G. Schreinemacher te Roermond. De Heer Schrei-
nemacher is reeds voor enkele jaren overleden.
VEREENIGING voor KADASTER en LANDMEETKUNDE.
Het Bestuur deelt mede, dat nadere inlichtingen omtrent het
in Augustus a. s te Brussel te houden geodetencongres zijn te
bekomen bij den ondergeteekende.
94