io6
Voor wortelexponenten buiten de grenzen 0,01 en 100 zijn de
Perry-schalen onbruikbaar.
a, 2. Bijzonder geval 1. Nu is y C of log22 te
1 a
lezen als
c V
Men bepaalt het getal, welks c-logarithme is a door te lezen
ca =yl d. w. z. door 1 der log-schaal te doen correspondeeren met c
der log log-schaal en als correspondent van a der log-schaal op
de log log-schaal y af te lezen.
Voorbeeld, log 22 3,2
6 J 1,096 1,57 22 4,23 10000
Ingeval de logarithme tusschen 0,01 en 1 ligt, bepaalt men 22
100 10
uit y c of uit 22 c daarbij a ïooaoïa 10a binnen
a 100
de grenzen 1 en 100 brengerïde, en leest
2,5 87 100
Voorbeeld, log y 0,87
b 22=2,22 2,5
a, 3. Bijzonder geval b~ 1, c 10, log 22a. Men leest
1 a
ter bepaling van het getal, welks ge-
wone logarithme is a, (Zie ook pag. 111 sub b, 4).
1 1,89
Voorbeeld, log 22 =1,89
10 22 78
Bij logarithmen grooter dan 1 behooren getallen grooter dan
10, welke argumenten op de log log-schaal meer opeengehoopt
liggen, dan die tusschen 1,096 en 10; zoodat men grooter nauw
keurigheid bereikt door te lezen
logy log {y' X 10 waarin de wijzer van a door
n is voorgesteld, terwijl a'de mantisse, <C 1. Voor mantissen
<Co,oi is a' niet meer met behulp van het eind-argument 100 te
brengen binnen de grenzen 1 en 100.
Voorbeeld, log 22 =1,890 log 22'0,890 a" 89,0 en men stelt
89,0 100
zoodat 22= 10 X 7,76 77,6.
y'7,76 10
c
1.57 1 3,2
IOO a IO a
10 y
Gebruikelijk en gewenscbt is, te schrijven log, log, en 7, voor logarithmen met
grondtal a, 10 en e, welke laatste op pag. 208 van den vorigen jaargang ten onrechte
Neper's logarithmen worden genoemd,