b, 1,04^=1,09 Beide grondtallen worden tot zoodanige
machten verheven (bijv. met denzelfden eenvoudigen exponent),
dat zij 1,0965 worden, volgens a, 2.
i,043 2,o83 8 1,125 en 1,09s 2,i83 8 [,295. Men heeft
nu i,i25-* 1,295
1x 2,20
M25 1,295
b, 1. i,04'r o,96
i,043= 1,125 en o.963 o,885 (volgens a, 2)
zoodat 1,125* 0,885 1 I-
0,885
Men brengt de omgekeerde waarde van 0,885 (°P de log
(-log)-schaal) met behulp van den looper op de log log-schaal
over (zonder die omgekeerde waarde te leeren kennen) en vindt
1 x 1,04
mx uit: oq —1,04.
1:0,885 1,125
5. Schaal voor f(x) logx en schaal voor g (y) —y-
Men heeft s log x2 e log X\ s y2 s jVi in den normalen
vorm log xt y, log X2 y2.
a. Gegeven X\ a, x2 b en y c, waarbij onder y te
verstaan is y\ of y2 naarmate c correspondeert met de kleinste of
de grootste der waarden a en b. Nu is^ log$ loga-\-c
log 10') resp. y log a log b -|- c log 10Wij be
houden den laatsten vorm, daarbij onderscheidende b a en b a.
a, I, Bijzonder geval c o; y log Indien b<Ca leest
men log b o - log a y.
Voorbeeld. y ]oe™fi h?LS =o=_^y 0,-504
231,7' 2,317 1 2,317 3,276
Indien b a zou men, lezende log b o log a y, tegenover
a de schaal g (y) ontoereikende vinden; men brengt haar daarom
met behulp van den looper over eene lengteëenheid s naar links,
wat hierop neerkomt, dat als correspondente van b het argument
1 wordt genomen.
231,7 2,317 ^=-9.8496—10 o
Voorbeeld, y log- -- ~g
a, 2. Bijzonder geval c o, a— 1; y log Hier is b/*a.
I 10
327.6 3,276 2,317 3,276