tweede-wangschaal der gewone lineaal) van 1/ 1,031, en daarna
de omgekeerde waarde 0,985 (juiste waarde 0,91848).
b, 5. Bijzonder geval a 1, x go°;r te lezen als
sin |3 sin 900*
1 x 17,64
Voorbeeld, x cosec. 3°i5' 0 0
3 15 9o
C. Gegeven xx=a, x2=b. De segmentenvergelijking gaat
a b sin 0i a
over in ot -.z~ -r.
sin 02 sin 02 sin 02 b
C, I. Bijzonder geval 0i -|- 02 a.
Toepassing. Van een driehoek is a 231,4 tn, b 442,9 m en
de ingesloten hoek C i20°45'.
Men zoekt ter bepaling van A en B den stand der schalen,
waarbij met en i argumenten 0, en 02 correspondeeren, die
59015' tot som hebben. Bij 20° behoort 02 bijna 41°, som
61° d. i. te groot; bij 0t ig° behoort 02 ruim 38°3o', som 57°3o'
d. i. evenveel te klein; het gemiddelde voor 0, d. i. iq°3o' kan
nu slechts weinig van de gezochte waarde verschillen bij 0t
ig°3o' behoort 02 39°4o', som 05' te klein. Men neemt, daar
de intervallen bij i9°3o' ongeveer dubbel zoo groot zijn als bij
39°43', voor 0, de waarde i9c3o'-f-X 5'19°32' en voor 02
de waarde 39°4o'- X 5'39°43' (logarithmische berekening
geeft 0i i9°3o'43" en 02 39°44'i7'Door met behulp van
twee loopers de argumenten a en b te fixeeren wordt de oplossing
zeer bespoedigd. (Voor eene oplossing volgens den tangensregel,
zie pag. 118 sub a.)
Toepassing. Van een driehoek is a 268,76 >11, b 409,42 m en
c &gA\m.
Om benaderde waarden voor de drie hoeken tegelijk te vinden,
fixeert men op de log-schaal de argumenten 2,688, 4,094 en
5,691, of neemt hunne onderlinge ligging op een papierstrookje
over. Door verschuiving daarvan langs de log sin-schaal spoort
men drie correspondeerende argumenten dier schaal op, zoodanig,
dat de som der kleinste twee de waarde van het derde bedraagt;
i ió
1 x
2