ng
a
tg450' Blljkt kleiner dan i. zoodat de schaal voor log x, met
de argumenten i tot i oo te kort schiet, zoo moet zij ten opzichte
der log ioo /f-schaal in hare eerst-voorgaande positie worden
gebracht, wat met behulp van den looper geschiedt.
Voorbeeld: x 12 tg 4°
Men kan den verkregen eindstand der schalen opvatten als de
logarithmisch-mechanische voorstelling der evenredigheid
tgo°34T22^6 ^g~ai dj- o,cTi Jfcc' Waarbij x'100
Voor het geval 450 neemt men x' 90° x en bepaalt
x—a\tgx' volgens b, 3.
b, 3. Bijzonder geval 450; x te lezen als
tg tg (3
tg ^o- Blijkt x 100, zoodat de log-schaal met de argumenten
x tot 100 niet toereikt, zoo moet zij in de eerstvolgende positie
gebracht worden, wat neerkomt op eene aflezing op de log-schaal
van de in de eerstvolgende positie gedachte correspondente van
het beginpunt der log /^-schaal.
Voorbeeld. x -^Q I,3°2 X 100 9-1 10 IQO
tg 4 o°34'22",6 40 45°
Men kan de instellingen opvatten als uitvoering van
tg °°34rzd\6 lg~öc' dX Va" ~Ofiï 7g^' waarbiJ ^=0,0'^
Voor het geval x 450 neemt men x' go° x en bepaalt
x uit x= a tg x volgens b, 2.
b, 4. Bijzonder geval a= 1, /3 45°. x tgx te lezen als
7gx~~tg4$c' d-W-z- men stek ter bepaling van den tangens van x
de eindpunten beider schalen correspondeerend, d. z. de argumenten
100 en 450, merkt op, dat de log-schaal in haar eerstvoorgaande
positie staat (eindpunt 1 bij eindpunt 450) en leest als correspon
dente van x den tangens (tusschen 0,01 en 1) af.
b, 5. Bijzonder geval a=i, x]= 450; x -L- te lezen als
tg P
I10 12100 0,01 0,1 0,12 0,838 1
4 45 34/22",6 40
X
X I
I X