^_J
Eene dergelijke regelmatige opstelling van statief eninstrument
werkt zeer gunstig op het waarnemen en dus ook op de uitkomsten.
In het algemeen streeft men er dus naar aan beide voorwaarden
te voldoen; bij het meest gebruikelijke statief (den gewonen
«drievoet») kan men bij «veel oefening eene vrij groote handigheid
daarin krijgen, mits men steeds volgens een vasten regel te werk
gaat, door n. 1. eerst het statief met horizontaal bovenvlak zoo dicht
mogelijk centrisch te plaatsen, daarna de klemschroeven iets aan
te zetten en dan het statief in zijn geheel te verplaatsén in de
richting van het centrum, terwijl men steeds het niveau op het
bovenvlak doet inspelen. Tenslotte zet men de klemschroeven
stevig vast, nadat men ze nog eens geheel los gedraaid heeft
om latere wringing in het bovenstel te voorkomen.
Op harden, gelijken grond zal men op deze wijze spoedig eene
goede opstelling verkrijgen; is de bodem zacht en ongelijk, dan
veroorzaakt dat veel last en moet men soms de opstelling herhalen,
omdat de vertikaal van het centrum niet door de opening van
den kop gaat.
Ten bewijze, dat de bezwaren aan eene gemakkelijke opstelling
van het statief verbonden, niet denkbeeldig zijn, heeft men de vele
bestaande hulpmiddelen, die daaraan te gemoet moeten komen;
we vinden daarvan eene beschrijving o. a. in een artikel van
R. A. de Wal. (Zie Tijdschrift voor Kad. en Landm. 1909
blz. 233 e. v.).
Kahle (Z. f. V. 1909 p. 753) beveelt als doelmatig aan, eene
ruime opening in het statief, met daarin verschuifbare schijf,
waarop het instrument geplaatst wordt; hetzelfde denkbeeld vinden
we, met min of meer ingewikkelde mechanismen, in verschillende
vormen terug.
De samengestelde statieven zijn mij slechts bekend van aanzien
tijdens mijne werkzaamheden bij de Rijksdriehoeksmeting werd
alleen de gewone drievoet gebruikt; de enkelvoudige samenstelling
daarvan is eene groote verdienste, het centrisch opstellen is echter
in vele gevallen niet gemakkelijk. Hulpmechanismen kunnen
ongetwijfeld goede diensten bewijzen, doch ook slechts tot zekere
grenzen en men krijgt bovendien de nieuwe zorg om steeds toe
te zien dat iedere hulpinrichting onberispelijk werkt.
Vorenstaande overwegingen gaven mij aanleiding het statief
te doen construeeren, waarvan de afbeelding hierbij gaat.
I 2 2