voor de hand, dat van een inrichten naar een vast model, geen sprake kan zijn. Hoe vinden we dan de wijze van opstellen die voor een be paald venster de meest geschikte zal zijn? Heel eenvoudig, langs proefondervindelijken weg. We laten de donkere kamer met het kopieerglas en de betimmering van de licht- of reflexiekast in gereedheid brengen, zoover, dat van deze kast alleen nog maar de bodem en de achterwand behoeven aangebracht te worden. Dan voorzien we ons van het samenstel van plankjes waaruit de bodem zal vervaardigd worden en 't welk zoo breed is dat het nagenoeg sluitend tusschen de zijwanden van de kast bewegen kan, en zoo lang dat het bijna reiken kan van de achter- of kamer zijde van het kopieerraam tot den onderkant van de binnen de spiegelkast te betimmeren vensteropening. Bij normalen luchts- toestand plaatsen we van dezen bodem welks reeds dof wit geverfde kant daarbij natuurlijk naar boven gekeerd behoort te zijn de daarvoor bestemde zijde evenwijdig aan en zoo dicht mogelijk bij den onderkant van de evengenoemde vensteropening en we brengen hier eenige ondersteuning of voorloopige beves tiging aan, zoodanig dat de bodem om de genoemde zijde draai baar blijft. Dan bewegen we den bodem, draaiend om deze zijde, zoo lang op en neer, tot uit de waarneming aan op het kopieerglas geplaatste teekeningen de stand zal zijn gevonden waarbij de belichting der teekeningen de gunstigste is. Zijn de lichtstoestanden ter weerszijden van het venster niet gelijk, dan is het noodig te onderzoeken of de belichting der teekeningen verbeterd kan worden door den bodem te doen draaien om zijn lengteas. In den meest gunstig gebleken stand wordt dan de bodem bevestigd. Van den naar de kamer gekeerden kant zal een ge deelte vallen buiten den lichtbundel die door de vensteropening onder 't kopieerglas naar binnen treedt. Dit in 't donker gelegen deel van den bodem kan verwijderd, en de kast kan dichtge timmerd en afgewerkt wordetj. Van een op de omschreven wijze samengestelden kopieerspiegel, zal vrij waarschijnlijk de bodem maar weinig korter zijn dan het kopieerraam, en weinig van den horizontalen stand afwijken, wat bewijst dat de gewoonte de reflexiekast van onderen af te sluiten door een vlak schot, dat de onderzijde van de vensteropening 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 131