VEREENIGING voor KADASTER en LANDMEETKUNDE. Nieuwe leden: J. W. II o v i n g, adspirant-landmeter van het Kadaster te Deventer. H. F. van Riel, landmeter van het Kadaster te Groningen. L. J. Roborgh, s-Hertogenbosch. P. C. H. Br iet, Amersfoort. D. Bal foor t, 's-Gravenhage. D. J, van Gelder, Zwolle. W. van Dijk, 's-Hertogenbosch. De antwoorden door eenige leden onzer Vereeniging ons toe gezonden op de 4 vragen voorkomende op blz. 50 van de ie af levering van dit tijdschrift waren van zoo verschillenden aard, dat we hebben gemeend aan den «Bond ter verkrijging eener wettelijke regeling van den Rechtstoestand der Burgerlijke Ambtenaren» te moeten mededeelen dat de nadere beslissing daarover eers't na onze algemeene vergadering kan vallen. In de maand April werd aan Z. Exc. den Minister van Finan ciën een rekest gericht, waarbij in een begeleidende memorie betoogd werd de wenschelijkheid van behoud van het recht van reizen per ie klasse spoor. Tevens werd een adres verzonden, waarbij gevraagd werd naar de uitkomsten van het onderzoek der Commissie 1909. In de maand Mei werd een rekest met daaraan toegevoegde memorie verzonden, met verzoek aan Z. Exc. den Minister van Financiën 't bestuur in buitengewone audiëntie te willen ontvangen tot bespreking van de opleidingszaak. In Juni werden de niet-leden nog eens opgewekt tot onze Vereeniging toe te treden, gelukkig met reeds enkele gunstige gevolgen. Tevens werd kantoorsgewijs verzonden een circulaire van den volgenden inhoud: Aan Heeren Landmeters en Adsp.-Landmeters van het Kadaster. De ongunstige voorwaarden, waarop Z. Exc. de Minister van Koloniën uit het korps ambtenaren van het kadaster hier te lande drie gegadigden 137

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 143