H3
het kadaster toegekend, noopte tot krachtsinspanning om die in
stelling te verbeteren, te volmaken, opdat het de zware taak op
zijne schouders gelegd, zou kunnen vervullen.
Die taak is geene andere dan de deskundigen hier te lande
aan ons kadaster eerst zouden willen toegekend zien, nadat en
voor zoover het vernieuwd zal zijn op juridieken grondslag. Het
zal zeker dien deskundigen niet onbedenkelijk toeschijnen, dat
op het kadaster in Duitschland dat wel is waar in sommige
streken tot groote volmaaktheid is gebracht doch in andere nog
minder nauwkeurig* is dan het onze zulk een zware taak, en
op de kadasterambtenaren zulk een groote verantwoordelijkheid
werd gelegd. Ongetwijfeld zullen ook onze vakmannen belang
stellen in de motieven, welke tot dergelijk resultaat hebben geleid
en ook thans nog leiden, want de verwachting van sommige
rechtsgeleerden dat de jurisprudentie zich zoude wijzigen, is niet
verwezenlijkt.
Daarom zal ik mijne vroeger gedane mededeelingen hierover
thans aanvullen met de vermelding van de motieven der uitspraak
van het Reichsgericht d.d. 12 Febr. 1910. J)
De strijd liep over een stuk grond, een deel van een perceel
en was naar zijn aard een grensstrijd.
Vast stond dat deze strook sinds onheugelijken tijd in bezit
was bij den eigenaar van het perceel, waarvan het een onaf
gescheiden deel uitmaakt, doch dat het volgens het kadaster be
hoorde bij het aangrenzende perceel. Eerst nadat laatstbedoeld
perceel was verkocht en overgeboekt krachtens Auflassungwerd
de plaats der kadastrale grens door meting bepaald. De bezitter
trad na die grensbepaling op met den eisch, dat de strook gronds,
gelegen tusschen de grens van het bezit en de grens volgens
het kadaster, hem onbelast zou worden overgedragen. Het
Pruisische Landgericht wees den eisch toe op grond dat tijdens
de Auflassung bij den vervreemder had ontbroken de wil om
de grensstrook te vervreemden, bij den verkrijger om deze te
verwerven.
In hooger beroep werd dit vonnis bevestigd, omdat de ver
krijger bij bovenbedoelde Auflassung zich niet beroepen kan op
Prcuss. Justiz Ministerialblatt v. 14. Okt. 1910 N°. 37; Zeitschr. für Ver-
messungswezen 1911, bl. 316.