146 duiding van het perceel in die mate deel aan de öffentliche Glaube van het grondboek dat de verkrijger te goeder trouw eigenaar wordt van de oppervlakte, zooals die door de kadastrale bescheiden op het terrein kan worden bepaald, dan heeft het kadaster bewijskracht. Naast het kadasternommer is de nadere omschrijving van het perceel door vermelding van grootte, plaat selijke benaming, soort van eigendom enz. iets «onwezenlijks». Zij hebben slechts eene «informatorische Bedeutung». Aan de öffentliche Glaube neemt alleen deel dat gedeelte van den inhoud van het grondboek, dat de rechtsbetrekking bepaalt en daartoe behoort de aanduiding van de kadastrale indeeling, omdat hier door wordt bepaald de oppervlakte grond, waarop het verworven recht betrekking heeft. Tegenover de Duitsche jurisprudentie schrompelen de motieven, die tegenstanders van een bewijskrachtig kadaster hier te lande meenden te kunnen ontleenen aan de afwezigheid van dergelijke bewijskracht in Duitschland, tot niets ineen. Zóó de bewering, dat door de invoering van het nieuwe Duitsche burgerlijk wet boek de bewijskracht van het kadaster zou zijn opgeheven in de Bondsstaten, waar die tevoren wettelijk was geregeld; zóó de be wering, dat deskundigen in Duitschland geen propaganda maken voor de invoering van bewijskracht. Men vraagt niet om hetgeen men reeds heeft! I. Boer Hz. VERSLAG VAN DEN TOESTAND DER VEREENIGING EN DE BESTUURSHANDELINGEN SEDERT DE ALGEMEENE VERGADERING VAN 26 Septebmer 1910. Het aantal leden in 1911 bedraagt 215, waarvan 191 in Neder land en 24 in Indië; het aantal abonné's op het tijdschrift bedraagt 22, waarvan 18 in Nederland, 2 in Indië en 2 in België. Door tusschenkomst van den boekhandel werden in 1909 25 exemplaren van het tijdschrift verkocht. Het ledental vermeerderde met 13, dat der abonné's verminderde met 2, terwijl het getal exemplaren door tusschenkomst van den boekhandel verkocht met één verminderde.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 152