In het afgeloopen jaar werd ontvangen 1160.7 i en uitgegeven
f 1187.83, zoodat de rekening over 1910, als men hieraan toevoegt
het te kort over 1909 van f 113.825, sluit met een te kort groot
f 140.945, welk te kort nog verhoogd moet worden met een be
drag, verschuldigd aan honorarium voor medewerkers over voor
gaande jaren, enz. (Zie begrooting 1912, afgedrukt in deze aflevering
van het tijdschrift).
Wel is 't bedrag der uitgaven langzamerhand met f 40.ver
hoogd door 't aangesloten zijn van onze Vereeniging bij verschillende
andere, maar niet geringe factoren voor het ontstaan der te korten
zijn de kosten van het tijdschrift, welke ook 't afgeloopen jaar
weer de begrooting overschreden.
De belangen der Vereeniging in Indië werden met toewijding
behartigd door den Heer H. W. Julsing en in België door
den Heer Th. Greeve.
Het bestuur ging den 2 gen September 1910 op een gewone
audiëntie bij den Minister van Financiën, om Z.Ex. dank te be
tuigen voor de verhooging van art. 38 van het wetsontwerp der
Staatsbegrooting, hoofdstuk VIF voor 1911 en de hoop uit te
spreken dat alleen tijdelijke redenen Z.Exc. weerhielden tegemoet
te komen aan al onze wenschen bij verschillende verzoekschriften
kenbaar gemaakt.
Ingevolge het besluit der algemeene vergadering van 26 Sep
tember 1910 werd den 2den Februari j.l. aan den Minister van
Financiën een adres gezonden van den volgenden inhoud:
Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur der „Vereeniging
voor Kadaster en Landmeetkunde", gevestigd te Amsterdam, goedge
keurd bij Koninklijk besluit van 4 December 1887, n°. 23.
dat* ingevolge art. 167 van het Koninklijk besluit van 14 Mei 1906
n°. 58 „circulaire n°. 1300 Reg. n°. 53, de uitbetaling van traktementen
der Ambtenaren van het Kadaster in geval van overlijden eindigt met
den laatsten dag der maand, waarin het overlijden is voorgevallen,
dat op genoemde ambtenaren derhalve niet van toepassing zijn dezelfde
bepalingen, welke gelden voor andere ambtenaren ressorteerende onder
andere departementen van algemeen bestuur, krachtens welke in geval
van overlijden van een ambtenaar diens erfgenamen recht hebben op het
traktement van den overledene over het volle kalenderkwartaal, waarin
het afsterven heeft plaats gehad.
147