149 Inhoud der Memorie: Ten einde de Rijksdriehoeksmeting, waarmede voor wat betreft de primaire punten in 1888 een aanvang werd gemaakt, dienst baar te maken aan een vernieuwing van het kadaster werd reeds in 1889 aan de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing de opdracht verstrekt tot het uitvoeren eener secundaire driehoeks meting. Het aantal secundaire punten werd zooveel mogelijk uitgebreid, zij werden onderscheiden in punten van den eersten en punten van den tweeden rang, naarmate er evenals op de hoofadriehoekspunten al of niet hoekmetingen uitgevoerd moesten worden. Alle vooromschreven punten, vormende het onderwerp der Rijks driehoeksmeting, nemen na hunne bepaling gelijken rang in voor de verdere metingen ten behoeve van het. kadaster. Het is dus voor het kadaster van het grootste belang, dat al deze met zooveel nauwkeurigheid bepaalde punten in stand blijven. Onder «instandblijven» is hier te verstaan behoud van de juiste plaats, die het voorwerp innam toen het nauwkeurig werd inge steld en die beantwoord aan de opgegeven coördinaten. Is dergelijk voorwerp van plaats veranderd, dan zijn de coördi naten van dat voorwerp op zijn nieuwe plaats niet meer geldig, tenzij de plaatsverandering zeer gering is. Voor torenpunten kunnen eventueele plaatsveranderingen worden gemeten door het punt bij zijn ontstaan vast te leggen aan een bizonder merk; terwijl terreinpunten door steenen boven en onder den grond duurzaam verzekerd worden. De uitgave Deel I van de Rijksdriehoeksmeting vermeldt 180 hoofd- en tusschenpunten, waarvan er 170 op Nederlandsch grond gebied liggen, n.l. 25 terrein- en 145 torenpunten. In de Inlei ding tot genoemd deel lezen wij «Met cursieve letters zijn in de tabellen eenige punten opge- «nomen, waarvoor het van belang is de coördinaten te kennen. «Zooals blijkt, betreft dit punten, die gelijknamig zijn met de punten «van het driehoeksnet, maar daarmede niet geheel samenvallen, «tengevolge van veranderingen aan de bouwiverken, waarop zij voorkomen(wij cursiveeren). Op niet minder dan 15 bouwwerken werden punten bepaald, gelijknamig met de punten van het driehoeksnet, doch niet daar-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 155