■15?
Redenen waarom voornoemd bestuur Uwe Excellentie eerbiedig verzoekt
de wenschen in bijgaand schrijven in overweging te willen nemen en ter
toelichting van dit onderwerp te worden toegelaten tot een audiëntie op
een nader door Uwe Exc. te bepalen dag.
't Welk doende, enz.
Het Bestuur, enz.
Inhoud der memorie:
Opleiding voor landmeter van het kadaster.
Het onderwerp «de opleiding tot landmeter van het kadaster»
is reeds meer dan 30 jaren lang in verzoekschriften, vergaderingen
en tijdschriften besproken, zoodat een pleidooi daarvoor een her
haling zou zijn van alle reeds aangevoerde motieven.
Wij willen dus slechts trachten aan te toonen, dat een opleiding,
zooals wij die ons voorstellen, niet alleen is in het belang van
de ambtenaren, doch in de eerste plaats in het belang van den Staat.
Thans is de vorming van den toekomstigen landmeter van de
benoeming tot adspirant-landmeter af geheel afhankelijk van lust,
geschiktheid en beschikbaren tijd van den ambtenaar, onder
wiens leiding hij is werkzaam gesteld.
Vaak wordt de adspirant nog aangemerkt als een assistent bij
het werk van dien ambtenaar en kan deze hem niet dat werk
opdragen, hetwelk hij het meest nuttig oordeelt voor zijn vorming
tot een degelijk ambtenaar.
Meestal is de adspirant voor de eigenlijke opleiding dan ook
geheel aan zijn lot overgelaten.
Hoe geheel anders is dit in andere staten.
In alle Duitsche Staten o.a. moeten de candidaten de theoretische
vakkennis verkrijgen aan daarvoor bestemde inrichtingen, terwijl
zij tevens alvorens tot het landmetersexamen te worden toegelaten
gedurende bepaalden tijd bij verschillende afdeelingen van het
dienstvak praktisch moeten zijn werkzaam geweest.
Maar, vraagt men zich af, behoort de Staat voor de opleiding
der landmeters zorg te dragen?
Het is een niet te loochenen feit dat op den huidigen dag
vele administratiën en het publiek aan de betrouwbaarheid van
het kadaster zeer hooge eischen stellen; het is de plicht van den
Staat die betrouwbaarheid te verzekeren.