eerstvolgende twintig jaren kunnen om de twee jaren tien adspi- ranten worden aangesteld, zonder aan het aantal landmeters uit breiding te geven. Worden die tien adspiranten tegelijkertijd aan den cursus ge plaatst dan kan deze bestendigd worden. De tweejarige opleiding tot candidaat-landmeter wordt verdeeld in twee wintertijdperken voor cursuslesseri, onderzoek en regeling van instrumenten en teekenen en twee zomertijdperken voor prak tische oefeningen in den veldarbeid. De wintercursussen omvatten ook het onderwijs dat thans aan de Technische Hoogeschool wordt genoten, zoodat het bijwonen der colleges te Delft vervalt. Wanneer na twee jaren de adspiranten volgens verklaring van de beide landmeters belast met dien opleidingscursus de vereischte bekwaamheden hebben verkregen, worden zij op het maximum der tegenwoordige toelage voor adspirant benoemd tot candidaat- landmeter. Achten die landmeters zich niet voldoende verzekerd van die bekwaamheden, dan kunnen de adspiranten onderworpen worden aan een examen af te nemen door een commissie, benoemd door Z.Exc. den Minister van Financiën. De candidaat-landmeters verlaten den cursus en worden in het vijfde tijdperk aan verschillende bewaringen onder leiding werk zaam gesteld bij de kadastrale en hypothecaire boekhouding en ten slotte in het zesde tijdperk onder leiding van daartoe geschikte landmeters werkzaam gesteld voor den gewonen velddienst in zijn vollen omvang. Gedurende deze laatste twee tijdperken van werkzaamstelling in de praktijk houder? de betrokken leiders de beide cursusland meters, en deze weer het hoofdbestuur aan het departement door rapporten op de hoogte van de vorderingen der candidaten. Het hoofdbestuur is dus steeds bekend met den gang van de ontwikkeling der aanstaande landmeters, wat bij benoeming invloed kan hebben op den aard der aan den nieuwbenoemden landmeter op te dragen werkzaamheden. Na het zesde tijdperk, dus vier jaren na de aanstelling tot ad- spirant wordt; de candidaat-landmeter onderworpen aan het land metersexamen. Daar geschiktheid en aanleg van den candidaat gedurende vier 162

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 168