176 punten berekend en ter beschikking van den kadastralen dienst gesteld. Op verzoek van den directeur der Topographische Inrichting werden voor de punten der Rijksdriehoeksmeting, welke binnen het gebied van de bladen Amersfoort en Zutphen van de topographische kaart op de schaal 1 a 50000 vallen, de coördinaten in. het stelsel dier kaart berekend, op dezelfde wijze als dit het vorig jaar voor de bladen Denekamp en Ahaus geschiedde. Sterrekundige waarnemingen. In het bericht over de sterrekundige waarnemingen ter bepaling van de breedteverandering te Leiden, opgenomen in ons verslag over 1908, is medegedeeld dat al de waarnemingen, verricht met het Talcott-instru- ment, herleid waren, doch dat de juiste plaatsen der gebruikte sterren nog moesten worden afgeleid. Deze omvangrijke taak, waarvoor aan de sterrewacht te Leiden nog verschillende waarnemingen zijn volbracht, is aan die sterrewacht door den observator dr. H. J. Zwiers in samen werking met den directeur prof. dr. E. F. van de Sande Bakhuyzen tot een goed eind gebracht, zoodat nu met de eindreductie der waar nemingen kan worden aangevangen. Slingerwaarnemingen. De civiel-ingenieur F. A. Vening Meinesz trad 1 October in dienst der Commissie, om te worden belast met de uitvoering der slingerwaar nemingen. Om zich voor te bereiden voor zijn taak werd hij vooreerst werkzaam gesteld aan de sterrewacht te Utrecht, ten einde zich onder leiding van den directeur prof. dr. A. A. Nij land, die zich op verzoek van de Commissie welwillend daartoe had bereid verklaard, te oefenen in de uitvoering van astronomische plaatsbepalingen; deze oefeningen waren in het laatst van 1910 nog niet afgeloopen. De Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter. Hk. J. Heuvelink, Secretaris. Leiden DelfT' 1 Mei 191

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 182