CENTREEREN. Voor de plaatsbepaling van punten worden bij het landmeten in het algemeen als meest doelmatig aangenomen, de coördinaten in een rechthoekig assenstelsel. Zoo worden de coördinaten der punten van de secundaire driehoeksmeting van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, berekend in stereografische projectie, met Amersfoort als nulpunt en de Noordrichting in dat punt als positieve E"-as, aangenomen als grondslag der driehoeks meting, die voor het kadaster in ons land aan de perceelmeting voorafgaat. Met het oog op het groote belang van een goeden grondslag voor metingen van lageren rang wordt de secundaire driehoeks meting met de uiterste zorg verricht, waarbij de tegenwoordige stand der geodetische wetenschap en de ten dienste staande in strumenten zeer nauwkeurige uitkomsten verzekeren. Met de coördinaten der Rijksdriehoeksmeting wordt ons bekend de onderlinge ligging van een groot aantal punten, verspreid over het geheele land (globaal genomen tot een getal van 3000). Uit de coördinaten van twee secundaire punten kunnen we richting en afstand van die punten onderling berekenen; wenscht men nu de ligging van een punt van lagere orde te bepalen, dan zou het meten van twee grootheden strikt genomen vol doende zijn, zooals o.m. van richting J) en afstand naar het te bepalen punt in één secundair punt; daarmede voldoen we echter niet aan de eischen der techniek, omdat het gevaar bestaat, dat de aldus verkregen coördinaten voor het nieuwe punt, belangrijke afwijkingen vertoonen ten opziche van andere bekende punten. Voor nieuw te bepalen punten wenschen we de ligging, zoo- Zoodra we aan eene richting eene getallenwaarde in hoekmaat toekennen, geeft die waarde het verschil aan met eene niet genoemde, maar als bekend veronderstelde «nulrichting», gerekend van uit die nulrichting «rechtsom» tellende. Zijn we dat steeds indachtig, dan mogen we zonder bezwaar de verkorte uitdrukking van «het meten eener richting» gebruiken. Stelt men zich bovendien van meet afaan iedere nulrichting voor als de pos. Y"-as van een rechthoekig coördinatenstelsel, dan ondervindt men daardoor bij het oplossen en zeker niet minder bij de studie van geodetische vraagstukken veel gemak.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 187