184 beschreven met den straal a P2 A (resp. T\ A); verder is in formule (1) deze lengtemaat van den boog in hoek waarde voor d omgezet. De berekening voor de herleiding eener richting volgens for mule (1) is al zeer eenvoudig. - Omtrent het teek en van d merken we op, dat de grootheden e, a en p steeds positief zijn, alleen sin cp verandert van teeken, omdat cp alle waarden tusschen o° en 360° kan aannemen en sin cp daarmede pos. of neg. wordt, naarmate cp resp. kleiner of grooter dan 1800 is. Noteeren we nu bij de berekening het teeken van sin <p naast log sin cp, dan hebben we tevens het teeken voor d. Bij het be rekenen van een groot aantal overgangen maakt men zoodoende alleen gebruik van de meest elementaire kennis van goniometrie, n.l. van de teekens eener functie in de 4 kwadranten; verder Fig. 2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 190