193 Is de verkenning der beide standplaatsen afgeloopen, dan wordt met eene voorloopige opstelling van den theodoliet geconstateerd of de projectie van Vastlegging i dicht genoeg bij de balustrade van het platform valt, om de projecteering mogelijk te maken. Afstanden grooter dan V2 Meter leveren reeds bezwaren op. Is de uitkomst van dit voorloopig onderzoek gunstig, dan wordt tegelijkertijd vastgesteld de plaats bij de balustrade waar een horizontaal houten bord zoodanig aangebracht kan worden, dat de projectie Van Vastlegging 1 ongeveer op het midden van ijal bord terecht komt. Bedoeld bord kan 40 a 50 c.M. vierkant zijn, is glad geschaafd en wit; de bevestiging kan met licht hout en wiggen plaats hebben, indien ze slechts stevig genoeg is om de plaats der projectie tijdens de centreering onveranderd te bewaren. De te bezigen theodeliet zal bij de centreeringswerkzaamheden voorzien moeten zijn van een niveau op de 2e as, een z.g. «Ruiter- niveau». Deze niveau's behooren tegenwoordig tot de uitrusting ook van de goedkoopere instrumenten. De bewerking van projecteeren wordt uitgevoerd door een waarnemer bij den theodoliet en een assistent bij het projectie bord. De goed geregelde theodoliet wordt op standplaats I zorg vuldig opgesteld; in den kijkerstand I wordt Vastlegging 1 ingesteld en daarna de kijker naar het projectiebord gerichtbehoudens de fouten van regeling van theodoliet en niveau beweegt de vizier lijn zich daarbij in het vertikale vlak, dat door Vastlegging 1 gaat. Den assistent worden dan twee plaatsen op het bord aan gewezen ter bepaling van de doorsnede van dat vertikale vlak met het bovenvlak van het projectiebord; eene plaats kan bij den rand van het bord genomen worden, waarbij een goed aangescherpt potlood zich geschikt leent voor het inwijzen en merken der plaatsde tweede moet verder terug op het bord genomen worden de assistent zal zich dan te bedienen hebben van een schietlood om daarmede na juiste inwijzing van het koord een tweede merk op het bord aan te brengen. Verbinden we beide merken door eene potloodlijn, dan hebben we eene lijn van projectie voor Vastlegging 1, die we naar standplaats en kijkerstand van het instrument de lijn II zullen noemen. De waarnemer slaat daarna den kijker door naar stand II, stelt het instrument weer zorgvuldig op en bepaalt met den assistent, op gelijke wijze als bij lijn I 1 geschiedde, eene lijn I—II op het projectiebord.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 199