niet veel meer mede te deelen. De financieële bezwaren lieten
niet toe een officieëlen vertegenwoordiger af te vaardigen. Eerst
kort voor het congres vernam het bestuur dat de heer Paulussen
er heen ging; deze was dadelijk bereid de Vereeniging te ver
tegenwoordigen. De verslagen van de commissie van onderzoek
aan den Minister zijn niet publiek; uit het ministerieel antwoord
op het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs over de
staatsbegrooting voor igio valt gemakkelijk aan te toonen, dat
toen er geen verband bleek te bestaan tusschen het ontbreken
van verbeteringsvoorstellen op die begrooting en de uitkomsten
verkregen door de commissie van onderzoek, die uitkomsten niet
anders dan gunstig voor de landmeters konden luiden. De
waardeerende woorden door den Minister zoowel in de 2de als in
de ic kamer over de landmeters gesproken, bevestigen die meening.
Toen Z. Exc. tijdens de audiëntie van 16 April 1909 mede
deelde dat ernstige klachten waren ingekomen, heeft het bestuur met
klem de mogelijkheid, dat deze klachten juist zouden zijn, onkend
(Zie Jaargang 25 afl. 4 blz. 175).
De eenigszins sarcastische opmerking van den heer Krijgsman
als zou door het bestuur aan den Minister dank zijn betuigd voor
een afwijzende beschikking is ten eenenmale onjuist, uit den nog
eens voorgelezen brief die daarop betrekking heeft en in het
jaarverslag is opgenomen, blijkt dat duidelijk. (Applaus).
Wat betreft den raad om het jaarverslag vóór de algemeene
vergadering in het tijdschrift op te nemen, verwijst de voorzitter
den heer Krijgsman naar art. 27 van het huishoudelijk reglement.
Na voorlezing van dit artikel blijkt dat het bestuur in deze niet
anders heeft gehandeld dan het moest doen.
De heer Wagemaker geeft in overweging om de discussiën
over de lotsverbetering niet in het verslag der vergadering op te
nemen. Spreker betoogt vérder de noodzakelijkheid dat de blaam
op de landmeters geworpen door hetgeen aan de benoeming der
Commissie van onderzoek is voorafgegaan, officieel worde weg
genomen.
Hij vraagt ten slotte om aan elk lid opnieuw een exemplaar
der statuten uit te reiken.
De Voorzitter zegt den heer Wagemaker dat gaarne aan
elk lid, dat er om vraagt een exemplaar der statuten zal worden
verstrekt, ze zijn steeds in voorraad. Overigens ontving ieder lid
19