Het bestuur meende tot eenige tijdsbesparing en gemakkelijke
bespreking te kunnen medewerken door publiceering van het
jaarverslag in het laatst verschenen tijdschrift en tevens gevolg
te geven aan een daartoe verleden jaar uitgesproken wensch.
Rest ons na afdoening der agenda nog eenige tijd voor gezellig
samenzijn, dan zullen wij, afscheid nemende, de aangename over
tuiging meenemen, dat onze bijeenkomsten niet alleen bevorderlijk
zijn aan de belangen der Vereeniging en ons dienstvak, maar
tevens aanhet nauwer samenhaien der banden van collegialiteit
en vriendscha.n.
Thans, mijne Heeren, open ik de 27e algemeene vergadering.
(Applaus.)
Punt a.
Voor de notulen der vorige jaarvergadering wordt verwezen
naar het verslag dier vergadering, voorkomende in jaargang 27
van het Tijdschrift, blz. 3 en volgende; na rondvraag wordt dit
verslag goedgekeurd.
Punt b.
Het verslag omtrent den toestand der Vereeniging en de be
stuurshandelingen sedert de Algemeene Vergadering van 26 Sep
tember 1910 is namens het Bestuur door den Secretaris mede
gedeeld in de 4de afl. van jaargang 27 van het tijdschrift, blz. 146
en volgende.
Naar aanleiding van dit verslag vraagt de heer Hoffmann
het woord over de «opleiding voor landmeter van het kadaster».
De heer Hoffmann leest het volgende voor:
Mijnheer de Voorzitter. De memorie omtrent dit onderwerp
(afl. 4, 1911 blz. 157 167) maakt op mij den indruk van een
pleidooi voor het halve ei, dat altijd nog beter is dan de ledige dop.
In een aaneenschakeling van hier en daar onduidelijke, op
andere plaatsen elkaar tegensprekende redeneeringe'n, is getracht
der Regeering een aannemelijke oplossing aan de hand te doen
van een niet alleen voor ons dienstvak, doch ook voor onze
geheele Nederlandsche gemeenschap buitengewoon gewichtige
aangelegenheid.
Ik kan me begrijpen, dat na alles wat over deze zaak reeds
217