Volkomen juist! Maar hoe kan men dan op blz. 164 en 165 betoogen, dat de landmeters met de opleiding van adspiranten belast, 'A van hun tijd, d. i. drie maanden van het jaar, daaraan ten koste leggen. Dit is in de verte niet waar. Men stuit hier op een redeneering «pour le besoin de la cause» om het cijfer 13750 te voorschijn te tooveren. Een eveneens manke redeneering treffen wij op blz. 160, ne r. v. b. aan. De aanvang luidt: «Veelal zijn de hermetingen te grootom ze 'volledig af te werken in den korten tijd, gedurende welken de adspirant daarbij is geplaatst.» «Enz. enz.» Terwijl op blz. 166, onderaan wordt geleeraard: «Door iederen cursuslandmeter met 5 adspiranten een kleine hermeting in de nabijheid der standplaats uit te voeren en geheel of gedeeltelijk af te werken, of een groote hermeting, in meerdere van kleinen omvang te verdeelen.» In de laatste zinsnede wordt bepleit, wat op blz. 160 wordt om vergeredeneerd. Waarom zou de landmeter van blz. 160, indien althans de ingenieur niet onoordeelkundig ingrijpt, zijn arbeid niet even goed aan de opleiding kunnen aanpassen als de cursus-landmeter, waarvan op blz. 166 wordt gewaagd. Nog een zin uit de memorie blz. 161, 13e regel v. b. wil ik aanhalen: «Stellen wij voorop, dat bij de vorming van den landmeter het oog op de praktijk van het kadaster moet zijn gericht, dat aan de mate van theoretische kennis die van den tegenwoordigen landmeter gevorderd wordt, slechts een geringe uitbreiding behoeft gegeven te worden, mits deze grondig zij onderwezen en bestu deerd, dan worden onder de ambtenaren van het kadaster onge twijfeld voldoende krachten gevonden om dat onderricht te geven.» Als de laatste zinsnede waarheid bevat, staan wij er zoo prachtig voor, dat we de geheele school kunnen missen. Wij bezitten voldoende krachten om les te geven in: hoogere algebra, analytische meetkunde, differentiaal- en integraalrekening, 219 Ik cursiveer.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 225