herziening-reisbesluit en later aan den Minister om het recht van
eerste klasse reizen te mogen behouden.
Waarom niets gevraagd omtrent vergoeding van reis- en ver
blijfkosten binnen de standplaats?
Het adres inzake de commissie van onderzoek is slap en vaag.
Er zijn ernstige beschuldigingen geuit door den Minister en deze
zijn openbaar geworden destijds door het jaarverslag en door den
rondgang der commissie.
In het adres had een toon van verontwaardiging moeten liggen.
Spreker hoopt dat er een protest zal uitgaan van deze vergadering
tegen een dergelijk optreden van een Minister.
Als spreker wil wijzen op de hooge kosten van het tijdschrift,
verzoekt de Voorzitter hem hiermee te willen wachten tot de
behandeling van punt c der agenda.
Komende tot het onderdeel van het jaarverslag: «opleiding van
landmeter van het kadaster», brengt de heer Krijgsman hulde
aan het bestuur voor de critiek op de opleiding, in de memorie vervat.
Voor 't overige gaat spreker gedeeltelijk met den heer Hoff
mann mee.
2 uren trigonometrie en boldriehoekmeting is te veel, 2 uren
hoogere algebra te weinig.
In het IIe tijdperk zou hij «Enkele opdrachten van particulier
werk» willen zien vervangen door «werkzaamheden, overeen
komende met, gelijkende op particulier werk».
1 uur kultuurtechnïek is te weinig, terwijl een plaatsing ge
durende 3 maanden bij de grondbelasting van geen praktisch
nut is.
Ten slotte heeft spreker een ernstige grief, n.l. dat zoo'n ge
wichtig voorstel, de opleiding betreffende, door het bestuur, zonder
de algemeene vergadering gehoord te hebben, aan den Minister
is toegezonden.
De Voorzitter antwoordt den heer Hoffmann dat het Bestuur
de actie 1908 voor Verbetering der opleiding heeft voortgezet,
en het adspirants-examen heeft laten rusten, dat trigonometrie en
boldriehoeksmeting, welke in den leercursus zijn opgenomen, be
doeld zijn als een voortzetting van wat het einddiploma H.B.S. omvat.
De verschillende opmerkingen van den heer Hoffmann na
gaande, zegt de voorzitter dat met den zin (pag. 158 10 regel v.b.)
«Alvorens, enz.» bedoeld is, de wenschelijkheid uit te spreken,
222