227
De voorzitter verwijst den heer Krijgsman naar blz. 21 van
de eerste aflevering 1911, waar staat, dat het bestuur op den
daarvoor meest geschikten tijd zich tot den Minister zal wenden
om de gewenschte mededeeling te vragen.»
Het bestuur heeft geen bezwaar tegen de motie Krijgsman.
Deze wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Den heer van Woerden wordt opgemerkt dat in het ontwerp
wel degelijk het landmeters-examen behouden wordt en de ad-
spirant voor benoeming tot canaiaaat ook nog kan onderworpen
worden aan een door eene commissie af te nemen examen.
Punt c.
De heer Krijgsman merkt op dat er ƒ200 uitgetrokken
waren voor redactie en medewerkers en dat de medewerkers
niet gehonoreerd zijn.
De heer de Vries merkt op dat deze zaak bij de behandeling
van het huishoudelijk reglement ook ter sprake is gebracht en
dat toen besloten is tot het uitkeeren van een honorarium aan
de redactie en een crediet voor medewerkers.
De voorzitter licht toe, dat de redactie steeds ƒ200 krijgt. Het
meerdere op post c der begrooting, is het crediet voor de mede
werkers. De post heet sinds jaren «Redactie en medewerkers»,
zoodat vorig jaar voor medewerkers was uitgetrokken nihil.
De heer Krijgsman constateert dat de toelichting op de be
grooting: «honorarium redactie en medewerkers 200» dus eigenlijk
niet juist is, wat de voorzitter toegeeft.
De rekening en verantwoording over 1910 wordt goedgekeurd
met dankbetuiging aan den penningmeester voor zijn nauwgezet
beheer en aan de commissie voor de naziening.
Punt (d en i).
Alvorens over te gaan tot de behandeling van de begrooting
voor 1912 wenscht de voorzitter een en ander daaromtrent mede
te deelen.
Ofschoon het statutair noch reglementair is voorgeschreven en
het tot nu toe niet de gewoonte is het ontwerp begrooting vóór
de vergadering te publiceeren, meent het bestuur dat zulks
noodig is en vooral dit jaar, nu de ontworpen begrooting voor