Het bedrag van het te kort op de rekening over 19101s thans ƒ140.945. Zooals ik zoo juist mededeelde wenscht het bestuur de redactie te machtigen de aangenomen artikelen nog dit jaar te plaatsen, wat tengevolge heeft dat post a van de begrooting voor 1911 met 290 wordt overschreden. Daarenboven wordt dan gevraagd voor medewerkers over de jaren 1909/10 f 100, zooals op die begrootingen in uitzicht was gesteld. Deze 3 bedragen te zamen geven een totaal van f 530.94s, wat door een hoofdelijken omslag van ƒ2.50 per lid kan bijeenge bracht worden. De heer P. J. Hamelberg het woord verkrijgende, zegt: Mijnheer de Voorzitter. Een voorname oorzaak van de tekorten in 1909 en 1910 zijn de kosten van het tijdschrift. Deze waren in 1910 weliswaar lager dan in 1909 maar zijn toch ook in het afgeloopen jaar nog boven de begrooting gebleven. In dit jaar kunnen de kosten binnen de grenzen der begrooting worden ge houden wanneer de vergadering besluit de opname der vervolgen op de verhandelingen van de heeren Leijendeckers en de Wal uit te stellen tot het volgend jaar. Dan zullen echter in 1912 de kosten weer hoog moeten zijn. Omtrent de inrichting van het tijdschrift zou ik de vergadering eenige wijzigingen willen voorstellen. De redactie is natuurlijk verplicht de verhandelingen die een maal geaccepteerd zijn ook in het tijdschrift op te nemen. Het lijkt mij echter gewenscht dat het tijdschrift zich in hoofdzaak beweegt in praktische richting, dat er dus in worden opgenomen vraagstukken uit de praktijk van den landmeter. De medewerking, welke de redactie in die richting ontvangt, is zeer gering. Het komt mij voor dat meerdere leden de ambitie zullen hebben hunne meening over een of ander onderwerp op schrift te brengen en hunne ervaringen daaromtrent mede te deelen, wanneer hun dat onderwerp wordt voorgelegd. Velen zullen dan afleggen den schroom, die hen nu weerhoudt hunne ervaringen wereldkundig te maken, omdat zij meenen dat deze niet belangrijk genoeg zijn. Ik stel me voor om in het tijdschrift van tijd tot tijd prijsvragen te stellen, voor welker beantwoording den leden 3 maanden tijd wordt gegeven. Een dergelijke prijsvraag zou bijv. kunnen zijn de volgende: 230

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 236