235 De voorzitter wil ernstig in overweging geven den omvang van het tijdschrift niet te veel te bekorten. Het bestuur alleen had voor vergaderingsverslagen (die door de vele sprekers nog al lang worden), mededeelingen, enz. reeds 100 bladzijden noodig en merkt op dat de redactie met correctie veel werk heeft, meer dan het oogenschijnlijk lijkt. De heer van Woerden vreest dat inzake de prijsvraag de prikkel op het eergevoel niet groot genoeg zal zijn. Spreker wil een middenweg en vraagt: zouden voorstellers van prijsvragen niet kunnen beginnen met een artikel te schrijven; dan komt men wel los. 't Idee: „prijsvraag" lijkt spreker, die zich uit zijn jeugd herinnert hoe het werd toegepast voor kindercouranten, hier meer genoeglijk dan doeltreffend. De belangstelling van inzenders zal verminderen, daar ze gedwongen worden in hun keuze. Spreker wenscht ook voor medewerkers honorarium. De heer Hoffmann dankt den heer Paulussen voor diens mededeelingen en vraagt of het rapport volledig in ons tijd schrift zal worden opgenomen. De heer P. J. Hamelberg is 't met den heer Hoffmann eens dat verhandelingen als die van den heer de Wal te lang zijn, maar ze zijn door spreker noch geschreven, noch aangenomen, hij kan slechts herhalen wat hij zoo even reeds zeide, nl. dat de redactie verplicht is de stukken, welke eenmaal werden geaccep teerd ook te plaatsen. De copie van het vervolg van bovenge noemde verhandeling is thans weer bij den schrijver, die het zooveel mogelijk bekorten zal. Dat niet een meer volledig verslag van het Brusselsche congres in het tijdschrift werd opgenomen, hieromtrent kan spreker den heer Hoffmann mededeelen, dat de heer Paulussen op de vorige jaarvergadering hem beloofde een verslag van het congres te zullen opstellen en voor het tijdschrift toe te zenden. De heer Paulussen deelde daarbij aan spreker mede dat het hem on mogelijk was een eenigszins volledig verslag van het op het congres verhandelde samen te stellen, doch deed de toezegging aan de redactie het volledig verslag te zullen toezenden, zoodra dit verschenen was, zoodat de redactie dan in staat zou zijn aan te vullen wat aan het verslag van den heer Paulussen ontbrak. Toen laatstgenoemd verslag de redactie bereikte achtte spreker het niet gewenscht de opname hiervan uit te stellen tot het offi-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 241