*45 verdeeldheid te stichten tusschen de landmeters en de ingeniëurs. Er worden namens de vereeniging leden tot afgevaardigden benoemd. Spreker ziet niet in, waarom dan ingenieurs-verificateur, die lid zijn van de vereeniging voor een benoeming moeten be danken. De heer Hoffmann heeft niet het recht te protesteeren tegen de afvaardiging van een ingenieur-verificateur. De heer Krijgsman wil zich eerstens aansluiten bij 't geen de heer Hoffmann gezegd heeft omtrent de beantwoording van vraag III. Deze moet bevestigend worden beantwoord. Wij moeten willen, dat het verplichtend wordt. Een konsekwent gevolg van het toestemmend beantwoorden der vragen i en 2, is het ook toestemmend beantwoorden van vraag 3. In de tweede plaats vindt spreker, dat de opmerking van den heer Paulussen niet te pas komt. Er zijn tegenstrijdige belangen tusschen inge nieurs-verificateur en landmeters en daar de overgroote meerderheid der leden onzer vereeniging bestaat uit landmeters moet onze vereeniging ook door landmeters worden vertegenwoordigd. De heer Hoffmann wraakt de opmerking van den heer Paulussen, waarin deze hem toedicht verdeeldheid te willen zaaien; een beginsel, voor de landmeters van overwegend belang, heeft hij op den voorgrond willen brengen; daarvoor en daarvoor alleen vroeg hij de aandacht der vergadering. De voorzitter zegt dat de heer Gombault destijds bestuurslid was en als ingenieur-verificateur door de vergadering als afge vaardigde is aangewezen. De heer Weijgers komt tot de overtuiging, dat de heer Hoffmann niet op de hoogte is van den juisten toestand. Spreker is als landmeter tot afgevaardigde gekozen. Door zijn benoeming tot ingenieur-verificateur moest hij weg, en hield dus op afge vaardigde te zijn door verplaatsing buiten Amsterdam. De be schouwingen van den heer Hoffmann wijst spreker dus af. De heer Rietsema wenscht naar aanleiding der voorgestelde antwoorden op de vragen van den Bond «Rechtstoestand», welke antwoorden de ambtenaarsvereenigingen zoogenaamd bedoelen te erkennen, doch feitelijk de ongeorganiseerden gaan uitsluiten, een voorstel te doen om vraag I ontkennend te beantwoorden. De antwoorden op de vragen II en III komen dan te vervallen, terwijl als antwoord op vraag IV zou kunnen worden gegeven, dat de overheid wettelijk behoort te staan tegenover het geheele

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 251