25
Punt f
Bij de gehouden stemming over de plaats van bijeenkomst in
1911 zijn 35 stemmen voor Amsterdam, 15 stemmen voor Arnhem,
3 voor Utrecht, 1 stem voor Nijmegen en 1 voor Den Haag,
zoodat de volgende algemeene jaarvergadering weer te Amsterdam
zal worden gehouden.
Punt g.
Thans is aan de orde de verkiezing van een bestuurslid in de
plaats van den heer E. Weijgers (niet herkiesbaar).
Op verzoek van den Voorzitter fungeeren als stemopnemers
de heeren Verhoeven en Wagemaker.
Uitgebracht worden 57 stemmen (waarvan 4 blanco), 25 op
den heer van Riessen, 9 op den heer Krijgsman, 3 op den
heer de Korver, 2 op den heer W. Holthuizen, en op de
heeren Colpa, Feteris, W. J. de Haan, A. Hamelberg,
P. J. Hamelberg, Henrard, Hollestelle, Jansma, J. Kater,
Ivreeftenberg, Paulussen, Persoon, W. J. Smit en Wage
maker ieder 1 stem, zoodat er geen volstrekte meerderheid is
en een tweede vrije stemming moet plaats hebben.
Tijdens de tweede vrije stemming plaats vindt, wordt met het
oog op den reeds gevorderden tijd met de behandeling van
punt h van de agenda aangevangen.
Punt h.
Aan de orde is nu de «Aansluiting der Vereeniging bij de
Pensioenvereenigiging van Burgerlijke Ambtenaren.»
De Voorzitter licht dit punt toe en legt er den nadruk op dat
aansluiting aan de Pensioenvereeniging een vrij groot offer aan
de kas vraagt n.l. f20.per jaar. Het streven der Vereeniging
heeft zeer zeker aller sympathie, maar in de gegeven omstandig
heden doet het bestuur geen voorstel en laat de beslissing liever
geheel aan de Vergadering over.
De heer Krijgsman doet na eenige discussie het voorstel tot
aansluiting. Dit voorstel wordt voldoende gesteund en zonder
verdere discussie aangenomen.
Punt i.
De Voorzitter leest voor het rekest door de Vereeniging van
I