254 aanvaarden als in de voorgestelde motie van den heer Posthuma is opgenomen, n.l. om alleen de traktementen voor de ouderen te verbeteren ten koste van de ambtgenooten, die den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. De voorzitter meent dan ook het aannemen van de motie van den heer Posthuma te moeten ontraden. De heer Posthuma kan niet met de woorden van den voor zitter meegaan omdat hij meent dat het een plicht mag genoemd worden voor de ambtenaren, dat zij voor de belangen van den Staat opkomen. 't Is spreker te doen geweest om zijn ideeën ter kennis te brengen van de vergadering; gaat deze mee dan kunnen we ons tot den Minister wenden. Hij kan zich niet anders denken dan dat Z.Exc. als we met deze zaak bij hem komen een goeden indruk zal krijgen, misschien wel in die mate dat Z.Exc. zal zeggen: die menschen verdienen wel ƒ3400. De heer Krijgsman ziet in het verhandelde van den heer Posthuma het volgende: «Van de f 3200 kunnen tegenwoordig alleen profiteeren 15 land meters, van het 70 tal landmeters, die tusschen 1850 en i860 zijn geboren, zullen velen niet of weinig profiteeren. Wij zouden wenschen, dat allen die ƒ3200 kregen. Gooi de ouden er uit; als dezen er uit zijn, is voor ons de kans grooter.» Maar spreker wil opmerken, dat de ouden er heusch niet voor hun pleizier in blijven tot hun 70e jaar; zien ze kans er uit te kunnen, dan gaan ze wel. Wij moeten de belangen van alle leden behartigen, 't Gaat niet aan, de ouderen er uit te jagen ten voordeele van een groep jongeren. De heer Posthuma vindt het een rare zet van den heer Krijgsman om te zeggen, dat het om de 3200 is begonnen, dat is niet het geval. De voorzitter vraagt, wat de vergadering wenscht ten aanzien van de motie Posthuma. De heer Posthuma trekt z'n motie in. Spreker was hier niet gekomen om gelijk te krijgen, maar zijn bedoeling was in het belang van het Rijk op te treden. De voorzitter vraagt of een der leden nog over een of andere aangelegenheid het woord verlangt; 'daar de agenda afgehandeld

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 260