266 Wanneer men aanneemt dat die personen, met een diensttijd van 4 jaren als adspirant-landmeter in Nederland, welke medetellen voor 2 Indische dienstjaren, bij het kadaster in Ned. Indië werkzaam worden gesteld en op ongeveer 24-jarigen leeftijd een salaris ontvangen van 3600 'sjaars, dan kunnen zij reeds 13 jaren later (waarbij een jaar buitenlandsch verlof gerekend is), dus op 37-jarigen leeftijd recht hebben op hun maximum traktement als landmeter en kunnen zij daarna bij gebleken geschiktheid successievelijk bevorderd worden tot de hoogere rangen. De werkkring van het kadaster in Ned. Indië bepaalt zich in hoofdzaak tot het kadastreeren van steden en nederzettingen en de bijhouding van het kadaster door Europeesch en Inlandsch personeel, geplaatst aan kadastrale bureaux, welke gevestigd zijn op residentiehoofdplaatsen, zoodat de landmeter bijna zonder uitzondering op eene residentiehoofdplaats verblijf houdt, waar goede gouvernementsscholen aanwezig zijn en hij zijne kinderen dus zeker tot het I2e levensjaar bij zich aan huis kan houden. Hebben de kinderen den leeftijd bereikt, dat zij in de termen vallen om eene inrichting voor meer uitgebreid lager onderwijs of eene hoogere burgerschool te bezoeken, dan is de landmeter ook meestal geplaatst aan een der belangrijke kantoren op Java, waardoor hij in de gelegenheid zal zijn zijne kinderen op de plaats zijner vestiging of op een nabijgelegen hoofdplaats verder onderwijs te doen genieten en zijn de geldelijke offers, die daarvoor gebracht moeten worden, niet zeer bezwarend te noemen, wanneer men in het oog houdt dat dan ook het salaris zooveel grooter geworden is. Het meet- en teekenwerk wordt bij het kadaster in Ned. Indië door gaans verricht door Inlandsche landmeters (mantris), zoodat het Europeesch technisch personeel zich bijna uitsluitend belast ziet met de leiding van en het toezicht op de werkzaamheden van het Inlandsch personeel. De landmeter wordt, wanneer hij de noodige geschiktheid toont, al spoedig als chef van een kadastraal bureau aangesteld en heeft als zoodanig eenen aangenamen, vrij zelfstandigen werkkring. Met de mededeeling van het vorenstaande meen ik de bezwaren sub 1, 4 en 5 van Uwe circulaire voldoende te hebben toegelicht. Voor verdere mondelinge mededeelingen aan eventueele sollicitanten stel ik mij gaarne beschikbaar en zal ik op elk daartoe strekkend verzoek het uur opgeven, waarop de belanghebbende door mij kan worden ontvangen. Betreffende de gratificatie voor uitrusting kan ik U meedeelen, dat die voor een ongehuwd landmeter zeer ruim berekend is, doch dat ik wel wenschelijk zou vinden, dat het bedrag eenigszins verhoogd werd, om ook gehuwde landmeters in de gelegenheid te stellen hunne uitrusting op onbekrompen wijze daaruit te bekostigen. De uitzending als gouvernementspassagier der 2e klasse houdt verband

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 272