27 „maatregelen te willen nemen, tengevolge waarvan aan de Ingenieurs- Verificateur en Landmeters van het Kadaster de keuze worde gelaten om hun traktement te ontvangen maandelijks of driemaandelijks maar waar door in geval van overlijden de uitbetaling aan hun erfgenamen of rechtverkrijgenden worde verzekerd van het nog niet genoten deel der bezoldiging over het loopende kwartaal". Thans tracht de Vereeniging van Directeuren en Commiezen der P. en T. te verkrijgen, dat steeds drie maanden uitbetaling van het traktement na afsterven plaats hebbe. Het bestuur stelt voor deze poging te steunen door een dergelijk adres als het voorgelezene tot Z. Exc. den Minister van Financiën te richten. Na eenige discussie wordt dit voorstel aangenomen. Punt k. Dit punt aan de orde komende, verleent de Voorzitter het woord aan den heer P. J. Hamelberg tot toelichting van zijn voorstel. De heer Hamelberg zegt: Mijnheer de Voorzitter, Mijne Heeren. Het voorstel 't welk op mijn verzoek door het bestuur werd geplaatst op de agenda dezer vergadering betreft een onderwerp, dat u allen bekend is, tenminste bekend kan zijn, namelijk dat der vastleggingen der secundaire punten van den tweeden rang der Rijksdriehoekmeting. In de eerste plaats lijkt het mij gewenscht U, mijne heeren op de hoogte te stellen van de door mij tot het bestuur onzer Vereeniging gerichte brieven en wil ik deze daartoe voorlezen. Den 3den Juni van dit jaar richtte ik tot het bestuur het volgende schrijven: Aan het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeethmde. Mijne Heeren. Door de Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing werd in een harer laatste vergaderingen overwogen, welke maatregelen genomen kunnen worden, om de hoekpunten der Rijksdriehoeksmeting voor ondergang te behoeden. In verband met de op die vergadering genomen besluiten deelde de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 27