ot-i di In -f- bi ?2i ci ?3i» «2 d<2 qxx -f- b'2 ]l\ -)- C2 q2x, oc„ a„ q\ j -)- bn q2X -j- C„ q3x. Daar nu in A' [gxp] iedere grootheid p met een coëfficiënt g x is vermenigvuldigd, moeten, gelijk wij gezien hebben in de theorie van de fouten, bij 't nemen van het vierkant van de middelbare fout in A'ook bedoelde coëfficiënten in 't vierkant gebracht worden, of: Mr2 [(gx)2 W2| en daar de betrekkingen bestaan V gi V gi V g" kunnen we schrijven M_r2 dus Mj- p \gococ], of volgens het onderstaande [j \/r qxx, want de vergelijkingen at respectievelijk vermenigvuldigd met gx xx, g2 g„ ct„ en daarna samengeteld, geven [gxx] [gax qn Igbx] q2i [gcx] q3X waarin, zooals hieronder blijkt: [gax] 1, gbac\ 0 en [gcx] o, zoodat L gxx] qu- De vergelijkingen x respectievelijk vermenigvuldigd met g1 ax, gi «2g„ am geven na optelling: [gax] [gaa\ qn -+- \gabq21 [gac] q3i 1, zijnde de ie gewichtsvergelijking van het ie stel. Zoo ook zal men vinden, dat: [gbx] o en [gcx] o, wanneer de vergelijkingen x eerst respectievelijk met gx bx, g2 b2,,gn b„ en opgeteld en daarna dezelfde vergelijkingen met gi cx, g2 c.2,g>,c„ vermenigvuldigd en opgeteld worden. 288 u, ij (j mi =v> .^2 v> -m" i/ 2 O oc p* *2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 296