29
der Rijkscommissie betreffende de onderhavige kwestie. Haar
antwoord vestigde bij mij de overtuiging, dat van de Commissie
zelf in dezen weinig steun te verwachten is. In verband daarmede
gevoelde ik mij genoodzaakt mijn voorstel aan het bestuur
eenigszins te wijzigen en wel in den zin, als werd aangegeven
in mijn tweeden brief.
Aan het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde.
Mijne Heeren.
Aan mijn schrijven d.d. 3 Juni 1.1. betreffende verkenmerken voor de
secundaire punten van den tweeden rang der Rijksdriehoeksmeting, wensch
ik nog enkele opmerkingen toe te voegen.
In de eerste plaats geef ik U beleefd in overweging aan de algemeene
vergadering der leden onzer Vereeniging de beslissing te laten omtrent de
stappen door de Vereeniging te doen tot het verkrijgen van verkenmerken
bij de secundaire punten van den tweeden rang.
Verder is, gezien het schrijven van de Rijkscommissie aan den heer
de Vries (door mij aan den Voorzitter ter inzage verstrekt) wellicht
meer resultaat te verwachten, wanneer de Vereeniging zich wendt tot
Zijne Excellentie den Minister van Financiën.
Het door mij opgeworpen vraagpunt zag ik gaarne geplaatst op de
agenda der aanstaande jaarvergadering.
Wilt mijne Heeren, aanvaarden de betuiging mijner hoogachting
(get.) P. J. Hamelberg.
Ten einde de beteekenis der secundaire punten beter te doen
uitkomen wil ik in 't kort de wordingsgeschiedenis dezer punten
met U nagaan. Toen in 1861 op initiatief van den Pruissischen
generaal Baijer van diens regeering het voorstel uitging tot de
Midden-Europeesche staten om deel te nemen aan een Midden-
Europeesche graadmeting, bereikte deze uitnoodiging ook de
Nederlandsche regeering, welke drie jaren later besloot tot deze
Vereeniging toe te treden.
In 1875 werd een aanvang gemaakt met de nauwkeurigheids
waterpassing, oorspronkelijk met het doel om, gevolggevende aan
het verzoek van generaal Baijer, het eindpunt der Pruissische
waterpassing, Salzbergen, aan te sluiten aan het Amsterdamsche
peil, doch op voorstel van den leider der werkzaamheden. Dr.
L. Cohen Stuart, uitgebreid tot een waterpassing over het ge-
heele land.