xt xw xv xa xe xa xc fig. 2), van waaruit men 8 hoeken heeft gemeten tusschen eenige Fig. 2. omliggende punten, waarvan de coördinaten bekend zijn. Volgens het vraagstuk van Snellius is yv de meting van 2 hoeken voldoende ter bepaling van een vierde punt, ten opzichte van reeds 3 in kaart gebrachte punten, hoewel wij dan, volgens het voorgaande, niet de iniQtp nnr*h Hp mpp«f wpprcpViiïn- lijke waarde voor de coördinaten van het vast te leggen punt, doch benaderde coördinaten zullen verkrijgen. Duiden wij de coördinaten van de punten T, W, enz. in de figuur aan resp. door Xt en YtXw en Ym enz., en de gemeten hoeken (door getrokken cirkelboogjes aangegeven) A BE, A B D, enz., respectievelijk door A E, A D, enz., dan hebben wij de navolgende gegevens: Coördinaten der vaste punten. Gemeten hoeken. Gewichten. T Yt A E 34°2o'56" g= 1 W Yw V Yv DC R Xr 7307.34 Yr 97686.26 CT A 97345.6o CV 84°34' 3[ E Ye WV Yt VR C Yc RA De berekening der coördinaten van het punt B uit de hoeken VR en RA geeft: Wij stellen dus: Xb x 4" A 2217.56 -f- A x, Ys=y A y 100378.51 -f Ay. Neemt men 't punt B als punt van oorsprong van het assen stelsel aan, zij B Y de Y as, en noemt men de hoeken, die de richtingen B T, B W, enz. met de Fas maken: (p/, cpw, enz., dan is (zie fig. 3): 295 JCWXiij.. 2890.38 109230.70 4704.26 io4599-22 AE> 89°31 '23" 2 10103.29 106501.7 1 2i°53' 8" 2 36°44' 4" 2 0.00 Ya 2 2527.38 98701.76 2 l°4o'2g" 2 D 4400.06 105137.84 65°42'i8" 4 538.42 104724.00 98° 17'36" 2 2217.56 ^=100378.51

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 303