3°i Door het invoeren van benaderde coördinaten van het punt G, heeft men daarvoor gevonden: x 1806.98 jy 100882.58. Voorts in overeenstemming met het vorige vraagstuk: cpa 328° 38' 35" 35 A 22 Ar (pc 180 16' 27" 48 +16 pi 97° 7' 58" -f6 f 50 P" I52° 56 17' ~f 46 -f 24 Pe 198° l6' 49" ~f 85 28 Bij het opmaken van ue normaal vergelijkingen, moet men nu bedenken, dat deze getallenwaarden geen hoeken maar richtingen zijn, daarom moet men behalve A -*•* en A y nog een nieuwen onbekende invoeren, en wel de richting, die de nulrichting met de las maakt, d.i. het azimuth van de lijn D G, welke als nul richting is aangenomen. Men stelt verder weer: Xg x [\-x Yg y -f A y of xg 1806.98 -f A Yg= 100882.58 -f Ay Om nu de richtingen te kennen ten opzichte van de nulrïchting D G, moet men bij elke richting nog den hoek Y G D pd op tellen. Voor pa kunnen wij de benaderde waarde 328°38'35" nemen, en stellen: zoodat wij krijgen: Z7 328°38'35" A 2 C= i8°i6'3o"-f B 970 6' 15-f A I52°56'i5"-f E i98°i7' o" -f Verder: 328°38'35" As 328038,35;' 35A^-22A y xi 35 A -f 22 Ay -f 2 i8°i6'3o" As i8°i6'27" 48 A x 16 Ay x2— 3" -f 48 A 2; 16 A y -f A s 2= 328°38'35" -f A 2,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1911 | | pagina 309